Artikel 32 van het decreet lokaal bestuur waarin bepaald wordt dat de notulen en het zittingsverslag worden goedgekeurd op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad.
Regelgeving: bevoegdheid
De notulen en het zittingsverslag van de voorgaande zitting van de gemeenteraad moeten goedgekeurd te worden.
De notulen zijn raadpleegbaar in bijlage.
Het zittingsverslag via deze link: http://www.borsbeek.org/besluiten
De gemeenteraad keurt de notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad van 27 september 2021 goed.
Na goedkeuring van de jaarrekening door de gemeenteraad wordt deze via het digitaal loket doorgestuurd naar het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB). De jaarrekening wordt na goedkeuring ook gepubliceerd op de website van de gemeente Borsbeek.
Op basis van de publicatie en de digitale rapportering voert ABB een controle uit op de juistheid en volledigheid van de jaarrekening. Er werden via mail een aantal bijkomende vragen gesteld, waarop een antwoord werd gegeven.
Op donderdag 7 oktober 2021 kregen we de melding dat de jaarrekening van gemeente en OCMW Borsbeek door de gouverneur werd goedgekeurd. Er werden een aantal technische opmerkingen overgemaakt waar we naar een volgende rapportering toe rekening met zullen houden.
De jaarrekening 2020 goedgekeurd door de gemeenteraad op 31 mei 2021 bevat de volgende saldi:
budgettair resultaat boekjaar: -1.243.250 euro
gecumuleerd budgettair resultaat: 2.335.109euro
beschikbaar budgettair resultaat: 2.264.909 euro
balanstotaal: 38.899.923 euro
overschot van het boekjaar: 973.798 euro
De gemeenteraad neemt kennis van de goedkeuring van de jaarrekening 2020 door de gouverneur.
Naar aanleiding van de digitale rapportering van de AMJP 2020 - 2025 - wijziging 1/2021 en de feedback van het Agentschap Binnenlands Bestuur, bleek dat de gecorrigeerde autofinancieringsmarge op het schema M2 niet overeenstemde met deze van het schema J2 van de jaarrekening 2020. Bij nazicht bleek er een fout te zitten in de cijfers waarop CSrapportaal de berekening maakt. Deze werden aangepast voor alle jaren.
In het schema T4 ontbraken de schulden op lange termijn die vervallen binnen het jaar op datum van 1 januari 2020. Dit werd ook aangepast.
Deze correcties omvatten geen financiële weerslag, enkel een correctie op de weergave van schema's M2 en T4.
De gemeenteraad neemt kennis van de goedkeuring van de aangepaste schema's M2 en T4, onderdeel van de geconsolideerde AMJP 2020-2025 - wijziging 1/202 door de Raad van Maatschappelijk Welzijn.
De gemeenteraad keurt de aangepaste schema's M2 en T4, onderdeel van de geconsolideerde AMJP 2020-2025 - wijziging 1/2021 goed.
Sint-Jacobus
Men verwacht afnemende ontvangsten van omhalingen en een daling van het aantal kerkelijke begrafenissen. Ook de kleine giften kennen een dalende trend. De gebruiksvoorziening van de kerk wordt één keer per jaar voorzien. Ook de opbrengsten van de stichtingen op een spaarrekening zullen slechts enkel euro's zijn.
De uitgaven worden stabiel gehouden. In 2022 is er geen terugbetaling meer voor de beeldschermen in de kerk en voor het gebruik van het orgel wordt er jaarlijks een klein budget voorzien om de nodige herstellingen te kunnen uitvoeren. De verzekeringen zowel voor het gebouw als de BA zijn geïndexeerd. Om de toestand van het gebouw op te volgen voorziet men naast de eigen jaarlijkse inspectieronde een regelmatige inspectie door Monumentenwacht (laatste was in november 2020) met tussendoor kleine dringende herstellingen.
Sint-Jan Berchmans
Zowel de inkomsten als de uitgaven zijn wegens de coronacrisis moeilijk te voorspellen. Waarschijnlijk
zullen de inkomsten lager uitvallen dan begroot. Er worden geen extra uitgaven verwacht.
In het budget 2022 zijn enkel cijfers aangepast aan de realiteit, onzeker zijn de uitgaven voor energie en water. De huur van het parochie onthaal is gestegen met 200 euro. De voorziene periodieke aflossing van de renteloze lening valt weg. Deze renteloze lening werd aangegaan bij de Dekenij Deurne-Merksem voor de vervanging van het vast tapijt van de kerk na beschadiging door dakwerken en waterschade. Door een gedeeltelijke tussenkomst van de verzekering was dit mogelijk.
De gemeenteraad heeft de meerjarenplanning 2020-2025 van het centraal kerkbestuur goedgekeurd op 18 november 2019.
Op 8 september 2021 werden de budgetten 2022 van de kerkfabriek Sint-Jacobus en van de kerkfabriek Sint-Jan Berchmans toegelicht. Op 10 september 2021 werden de officiële documenten ingediend via Religiopoint.
Op 10 september 2021 gaf het bisdom gunstig advies over beide budgetten.
Sint-Jacobus
In de meerjarenplanning 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Jacobus was er voor 2022 een exploitatietoelage voorzien van 17.342,00 euro. Bij de opmaak van het budget 2022 wordt er rekening gehouden met het resultaat van de jaarrekening 2020. Hierdoor bedraagt de aangepast exploitatietoelage 7.915,38 euro wat binnen de goedgekeurde meerjarenplanning valt.
Sint-Jan Berchmans
In de meerjarenplanning 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Jan Berchmans was er voor 2022 een exploitatietoelage voorzien van 26.912,45 euro. Bij de opmaak van het budget 2022 wordt er rekening gehouden met het resultaat van de jaarrekening 2020. Hierdoor bedraagt de aangepast exploitatietoelage 14.568,45 euro wat binnen de goedgekeurde meerjarenplanning valt. De exploitatietoelage wordt verdeeld over Antwerpen (31%) en Borsbeek (69%); voor Borsbeek bedraagt de exploitatietoelage 10.052,23 euro.
De gemeenteraad keurt het budget 2022 van de kerkfabriek Sint-Jan Berchmans goed.
De gemeenteraad keurt het budget 2022 van de kerkfabriek Sint-Jacobus goed.
Het Vlaams Energie en Klimaatplan focust op het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen en de vergroening van de energieproductie in de 2 belangrijkste domeinen namelijk transport en wonen. Tegelijkertijd is er ook aandacht voor de gevolgen van en adaptatie aan de klimaatopwarming namelijk door vergroening. Concreet wordt er gefocust op vier werven waarvoor telkens meerder concrete streefdoelen worden opgenomen. De werven met de concrete doelstellingen worden opgenomen in bijlage "Vlaams Lokaal Energie en Klimaatpact".
werf 1: laten we een boom opzetten
werf 2: verrijk je wijk
werf 3: elke buurt deelt en is duurzaam bereikbaar
werf 4: water het nieuwe goud
Door het Vlaams Energie en Klimaatpact te ondertekenen verzekert de gemeente zich van bijkomende middelen voor het aanplanten van bomen, het uitvoeren van renovaties of het aanleggen van fietspaden.
Hieronder reeds een overzicht van mogelijke projecten in Borsbeek waarvoor door intekening op het pact middelen kunnen worden vrijgemaakt:
Bijlage " Ondertekening GR Borsbeek LEKP 2021-2030" is de standaard tekst die voor ondertekening aan gemeenten werd meegegeven. Deze werd gepersonaliseerd voor Borsbeek wat zichtbaar is via de gele markering. Deze tekst wordt ter ondertekening aan de gemeenteraad voorgelegd en ten laatste op 29/10 opgeladen in het digitale loket (https://loket.lokaalbestuur.vlaanderen.be/login).
De lokale besturen spelen een sleutelrol in het Vlaamse Energie- en Klimaatbeleid. Als meest zichtbare beleidsniveau vervullen ze een belangrijke voorbeeldrol ten aanzien van hun inwoners en ondernemingen. Ze vertalen de federale en gewestelijke beleidsdoelstellingen, acties en maatregelen naar de dagelijkse leefwereld van burgers. Daarnaast zijn ze het meest geschikt om lokaal draagvlak te creëren en de energie- en klimaattransitie van onderuit te ondersteunen.
De Vlaamse overheid wil de lokale overheden daarom verder ondersteunen, en nauwer betrekken bij de uitwerking van het energie- en klimaatbeleid. Het Vlaams Energie- en Klimaatpact legt de basis voor een structurele samenwerking tussen de Vlaamse overheid, steden en gemeenten, en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten, en staat door wederzijdse engagementen garant voor een krachtdadig lokaal klimaat- en energiebeleid.
Door de ondertekening van het Pact zullen de lokale besturen de globale doelstellingen helpen verwezenlijken zoals opgenomen in het Burgemeestersconvenant 2030, het Vlaams Regeerakkoord, de Lange Termijn Renovatiestrategie 2050 en de doelstellingen uit het Vlaams Energie- en Klimaatplan.
Na ondertekening heeft de gemeente automatisch recht op financiële ondersteuning. Het bedrag wordt bepaald op basis van de inwonersaantallen (4/5) en de criteria van het gemeentefonds (1/5). Voor de gemeente Borsbeek zou de financiële ondersteuning liggen rond de 36.875 euro.
De subsidie is namelijk een cofinanciering van lokale klimaatacties, waarbij de totale uitgaven voor klimaatacties minstens het dubbele van de verkregen subsidie moeten bedragen. Waar deze middelen voor ingezet worden, is volledig de keuze van het lokale bestuur dat het best de lokale noden en opportuniteiten kan inschatten. Vanuit Vlaanderen wordt enkel een platform voorzien waar steden en gemeenten makkelijk kunnen opvolgen hoever ze staan in het bereiken van hun doelstellingen.
Het definitieve bedrag zal ten laatste 1 december 2021 bekend gemaakt worden.
Het subsidiebedrag wordt uiterlijk op 30 april 2022 uitbetaald.
De gemeenteraad ondertekent het Vlaams Lokaal Energie- en Klimaatpact 2021-2030, zoals gevoegd in bijlage.
Het ondertekende document wordt ten laatste op 29/10 opgeladen in digitaal loket (https://loket.lokaalbestuur.vlaanderen.be)
Afbakening werkingsgebied
De Zuidrand bestaat uit de gemeenten Aartselaar, Boechout, Borsbeek, Edegem, Hove, Kontich, Lint en de stad Mortsel.
Door andere goed functionerende samenwerkingsverbanden rondom wonen (IVLW Zuidrand, SVK Woonweb) en samenwerkingsverbanden in andere beleidsdomeinen (cultuur, toerisme, politie, eerstelijnszorg...) is de gemeente Borsbeek vragende partij om met de gemeenten van de Zuidrand een regio te vormen.
Ook het demografisch profiel van de gemeenten en de woningmarkt sluiten nauw bij elkaar aan. Daarnaast hechten de acht lokale besturen belang aan de nabijheid van de toekomstige woonmaatschappij tot de huurders en burgers.
Er vonden diverse besprekingen plaats tussen de lokale besturen van de Zuidrand onderling en tussen de lokale besturen en de woonactoren werkzaam in het afgebakende werkingsgebied.
De keuze van en motivering voor deze samenstelling van het werkingsgebied, evenals de gevolgen hiervan voor de betrokken woonactoren, zijn besproken op het bovenlokaal woonoverleg van de 8 betrokken gemeenten op 9 september 2021. De sociale partners formuleerden hun bedenkingen en opmerkingen bij dit voorstel tijdens het bovenlokaal woonoverleg en in een advies.
Het werkingsgebied voldoet aan de verwachtingen van de Vlaams minister, zoals opgenomen in zijn schrijven aan de gemeenten van 23 oktober 2020:
Stemrecht in de algemene vergadering
Het wijzigingsdecreet wonen van 9 juli 2021 bepaalt dat de gemeenten die samen een werkingsgebied van een woonmaatschappij vormen over minimaal 50%+1 van de stemrechten beschikken. De overige stemrechten (= max. 50%-1) worden verdeeld over de publieke (Vlaams gewest, provincie) en private aandeelhouders.
De betrokken gemeenten komen overeen om het pakket aan stemrechten over de gemeenten (en OCMW’s) te verdelen volgens volgende criteria:
Daarnaast komen de gemeenten overeen om:
Vertegenwoordiging in de Raad van bestuur
Het wijzigingsdecreet wonen van 9 juli 2021 bepaalt dat de woonmaatschappij wordt bestuurd door een collegiaal bestuursorgaan, waarvan elk lid van nabij betrokken wordt bij de operationele en strategische keuzes in de woonmaatschappij. Het bestuursorgaan bestaat uit ten hoogste vijftien leden waarvan ten hoogste twee derde van hetzelfde geslacht. Dit aantal moet toelaten de vereiste expertise, nodig voor geïntegreerde SVK- en SHM-activiteiten, op te nemen in het bestuursorgaan.
De betrokken gemeenten onderschrijven het belang van deelname aan het bestuur van de woonmaatschappij en komen overeen dat elke betrokken gemeente en stad (minstens) één vertegenwoordiger heeft in het bestuur van de woonmaatschappij. De gemeentelijke bestuurders engageren zich om mee vorm te geven aan het algemeen beleid van de woonmaatschappij en hierover actief terug te koppelen naar het lokaal bestuur.
Aandachtspunten voor het bestuur van de nieuwe woonmaatschappij
Het lokaal bestuur Borsbeek wenst betrokken te worden in alle stappen van dit herstructureringsproces, en geeft daarom ook graag reeds enkele aandachtspunten en verwachtingen ten aanzien van de werking van de woonmaatschappij mee:
In het Vlaamse regeerakkoord is opgenomen dat de sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM’s) en de sociale verhuurkantoren (SVK’s) tegen 1 januari 2023 één actor dienen te vormen en dit zodanig dat in iedere gemeente maar één sociale verhuurder meer actief is: de woonmaatschappij. Elke woonmaatschappij opereert in een uniek, niet-overlappend werkingsgebied. Ze verenigt alle sociale huur- en koopactiviteiten in de gemeente of in een cluster van gemeenten.
De Vlaamse Regering wil met de vorming van de woonmaatschappij de dienstverlening verhogen, de complementaire werking van het sociaal verhuurkantoor en de sociale huisvestingmaatschappij verenigen, de transparantie verhogen en de regierol van het lokaal bestuur doen primeren en de lokale betrokkenheid en zeggenschap waarborgen.
De eerste stap tot de oprichting van de woonmaatschappij, is het vastleggen van het werkingsgebied waarbinnen de woonmaatschappij zal opereren. De Vlaamse Regering wenst dat deze nieuwe werkingsgebieden lokaal gedragen zijn. Hierbij wordt een uitdrukkelijk rol toegekend aan de lokale besturen, die immers al heel wat ervaring hebben met het vormen van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden.
Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed richten op datum van 23 oktober 2020 en 18 maart 2021 een schrijven aan alle burgemeesters met de vraag om een voorstel van werkingsgebied in te dienen tegen 31 oktober 2021. De gemeente dient haar keuze voor de woonmaatschappij vast te leggen in een gemeenteraadsbesluit.
Het verdere verloop om de woonmaatschappij concreet vorm te geven ligt in handen van de betrokken woonactoren in het afgebakende werkingsgebied.
Het college van burgemeester en schepenen nam tijdens het college van 11 oktober 2021 kennis van het voorstel tot afbakening en het afsprakenkader, en verwees het punt door naar de gemeenteraad van oktober 2021.
De gemeenteraad keurt het voorstel tot afbakening van het werkingsgebied in de Zuidrand goed. Volgende steden en gemeenten dienen samen een voorstel tot werkingsgebied in: Aartselaar, Boechout, Borsbeek, Edegem, Hove, Kontich, Lint en Mortsel.
De gemeenteraad keurt het afsprakenkader, dat werd opgesteld door overleg tussen de 8 betrokken lokale besturen, goed.
De dienst huisvesting dient ten laatste op 31 oktober 2021 het door de gemeenteraad goedgekeurde voorstel tot werkingsgebied en afsprakenkader in via woonmaatschappij@vmsw.be.
Stedenbouwkundige gegevens
Ligging volgens de plannen van aanleg en bijhorende voorschriften
De aanvraag ligt in het gewestplan Antwerpen goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 3 oktober 1979 (en latere wijzigingen).
De aanvraag ligt volgens het gewestplan in de gebieden voor dagrecreatie.
Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen stelt:
De recreatiegebieden:
5.0. De recreatiegebieden zijn bestemd voor het aanbrengen van recreatieve en toeristische accommodatie, al dan niet met inbegrip van de verblijfsaccommodatie. In deze gebieden kunnen de handelingen en werken aan beperkingen worden onderworpen ten einde het recreatief karakter van de gebieden te bewaren.
5.1. De gebieden voor dagrecreatie bevatten enkel de recreatieve en toeristische accommodatie, bij uitsluiting van alle verblijfsaccommodatie.
De aanvraag ligt niet binnen de omschrijving van een bij Koninklijk besluit goedgekeurd bijzonder plan van aanleg of goedgekeurde en niet-vervallen verkaveling.
De voorliggende aanvraag beoogt de aanleg van recreatieve voorzieningen en is daardoor principieel in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van het geldende gewestplan.
Ligging volgens het uitvoeringsplan en bijhorende voorschriften
De aanvraag ligt binnen de omschrijving (afbakeningslijn) van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen (deelplan 7), definitief vastgesteld door de Vlaamse regering op 19 juni 2009 (en latere wijzigingen). Binnen de afbakeningslijn van dit GRUP gelden volgende stedenbouwkundige bepalingen: “Artikel 0. Afbakeningslijn grootstedelijk gebied Antwerpen De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het grootstedelijk gebied Antwerpen. Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing. De bestaande voorschriften kunnen daar door voorschriften in nieuwe gewestelijke, provinciale en gemeentelijk uitvoeringsplannen of BPA’s worden vervangen. Bij de vaststelling van die plannen en bij overheidsprojecten binnen de grenslijn gelden de relevante bepalingen van de ruimtelijke structuurplannen, conform de decretale bepalingen in verband met de verbindende waarde van die ruimtelijke structuurplannen.”
De gewestplanbestemming van het perceel werd niet gewijzigd bij de vaststelling van het GRUP.
Inhoudelijk
Voorliggend project betreft het oprichten van 15 paddelvelden en het herinrichten van een bestaande parkeerzone. Over de parkeerzone loopt het traject van bestaande voetweg nr. 10. Dit traject verhindert de optimalisatie van de bestaande parking. Het is niet mogelijk een vergunning af te leveren voor de optimalisatie van de parking wanneer één of meerdere voorziene parkeerplaatsen zich op het tracé van de voetweg bevinden. De gemeente is, krachtens het decreet betreffende de gemeentewegen, immers belast met het vrijwaren van de publieke doorgang over de volledige breedte van de gemeentewegen. Het is verboden een gemeenteweg te wijzigen, te verplaatsen of op te heffen zonder voorafgaand akkoord van de gemeenteraad.
Hiernaast geldt een verbod op het volledig op gedeeltelijk innemen van een gemeenteweg. Tot slot is het verboden om een de toegang of het gebruik van een gemeenteweg te hinderen . Uit het decreet betreffende de gemeentewegen volgt dat de voetweg eerst verlegd zal moeten worden. Dit kan met een rooilijnplan.
Het gemeentewegendecreet maakt het mogelijk om het verplaatsen van een gemeenteweg op te nemen in de aanvraag tot omgevingsvergunning.
Het rooilijnplan maakt deel uit van de aanvraag tot omgevingsvergunning. Dit rooilijnplan omschrijft het verleggen van een deel van de huidige voetweg nr. 10 en het afschaffen van een deel van de huidige voetweg nr. 24. De verlegde voetweg (rode deel) behoudt een breedte van 3m.
Hiernaast legt het rooilijnplan de nieuwe rooilijn vast voor de Verlengde Schanslaan ter hoogte van het kadastraal perceel afd. 1 sectie A, perceelnr. 154 c 2.
Het gemeentewegendecreet omschrijft vijf principes waarmee minimaal rekening moet gehouden worden wanneer beslissingen worden genomen over de wijziging van het gemeentelijk wegennet:
Desbetreffende principes moeten gemotiveerd worden in het licht van de beoordeling van de wijziging, verplaatsing en afschaffing.
Afweging van de principes
Openbaar onderzoek
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek van 27 augustus 2021 t.e.m. 25 september 2021. Er werden 5 bezwaarschriften ingediend.
Bij de beoordeling van de bezwaren dient onderscheid gemaakt te worden tussen opmerkingen en argumenten die opgeworpen worden m.b.t aspecten die handelen over de omgevingsvergunningsaanvraag; en opmerkingen en argumenten die betrekking hebben op de wijziging, verlegging of afschaffing van de gemeenteweg.
Bezwaren die betrekking hebben op de omgevingsvergunning, zullen binnen deze procedure beoordeeld worden.
Beoordeling van de bezwaren
Er wordt opgeworpen dat bij de inplanting van de parking gefocust is op het vermeerderen van het aantal parkeerplaatsen; en dat er geen rekening wordt gehouden met het druk gebruik van de parking aan de kant van de Heilige Geestweg als doorgang voor fietsers. Door dit te veronachtzamen wordt een gevaarlijk verkeerssituatie voor de fietsers gecreëerd.
Voor de verlegging van voetweg nr. 10 zal de in betonplaten opgerichte berging ter hoogte van de parking afgebroken worden. De afbraak maakt het mogelijk een ruime en overzichtelijke bochtstraal te voorzien. Bij de heraanleg van het nieuwe tracé zullen gepaste inrichtingsmaatregelen uitgevoerd worden om gebruikers het nieuwe traject te laten volgen, zodat wordt voorkomen dat de gebruikers de parking kruisen. De veiligheid van de gebruikers kan op deze wijze gegarandeerd worden. Het bezwaar wordt bijgevolg niet bijgetreden.
“Niemand kan een gemeenteweg aanleggen, wijzigen, verplaatsen of opheffen zonder voorafgaande goedkeuring van de gemeenteraad.”
“§ 1. De gemeenten leggen de ligging en de breedte van de gemeentewegen op hun grondgebied vast in gemeentelijke rooilijnplannen, ongeacht de eigenaar van de grond.”
“§ 2. In afwijking van artikel 11 kan de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat.”
Het is verboden:
1° een gemeenteweg te wijzigen, te verplaatsen of op te heffen zonder voorafgaand akkoord van de gemeenteraad;
2° een gemeenteweg volledig of gedeeltelijk in te nemen op een wijze die het gewone gebruiksrecht overstijgt;
3° de toegang tot een gemeenteweg of het gebruik en beheer ervan te belemmeren, te hinderen of onmogelijk te maken;
4° op of in gemeentewegen werkzaamheden uit te voeren of gemeentewegen op welke wijze ook te beschadigen zonder voorafgaande toestemming van het college van burgemeester en schepenen of zijn gemachtigde.
“De vereenvoudigde vergunningsprocedure is niet van toepassing voor projecten waarvoor met toepassing van artikel 31 een beslissing van de gemeenteraad vereist is over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg.”
“§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. (…) De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.”
“§ 6. Een vergunning voor aanvragen met aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan pas verleend worden na goedkeuring over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg door de gemeenteraad overeenkomstig artikel 31. Als de gemeenteraad de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing niet heeft goedgekeurd, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.”
“Als een beslissing van de gemeenteraad vereist is over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is.”
“De gemeenteraad spreekt zich enkel uit over de zaak van de wegen, niet over de vergunningsaanvraag;
De gemeenteraad bespreekt enkel de bezwaren die handelen over de zaak van de wegen, niet de andere.“
De gemeenteraad keurt het rooilijnplan voor de verlegging en afschaffing van voetweg 10, de afschaffing van een deel van voetweg 24; en de nieuwe rooilijn Verlengde Schanslaan, horende bij het bouwproject onder gemeentelijk nummer OMV2021086 goed.
De gemeente Borsbeek is voor één of meerdere activiteiten aangesloten bij de opdrachthoudende vereniging Fluvius Antwerpen.
Met het schrijven van 23 september 2021 wordt de gemeente Borsbeek opgeroepen om deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering op 22 december 2021 om 18 uur in het Kasteel van Brasschaat, Hemelhoevedreef 1, 2930 Brasschaat met volgende agenda:
Het dossier met documentatiestukken werd aan de gemeente per brief van 23 september 2021 overgemaakt.
Momenteel worden we geconfronteerd met het coronavirus COVID-19, waarbij het op heden niet vaststaat onder welke vorm deze algemene vergadering zal kunnen plaatsvinden.
Gezien de huidige federale richtlijnen alsook de politiebesluiten van de gouverneurs en de informatie via het Agentschap Binnenlands Bestuur omtrent het coronavirus COVID-19 (en de mogelijke evolutie in en aanpassing van deze richtlijnen en informatie) en de impact hiervan op onderhavige bijeenkomst kan desgevallend overgegaan worden tot het houden van een digitale algemene vergadering indien dit noodzakelijk mocht blijken.
De gemeenteraad keurt de agendapunten goed van de buitengewone algemene vergadering van Fluvius Antwerpen die zal gehouden worden op 22 december 2021:
De gemeenteraad geeft mandaat aan de afgevaardigde om aan de algemene vergadering van Fluvius Antwerpen op 22 december 2021 deel te nemen en de agendapunten goed te keuren.
De vertegenwoordiger van de gemeente/stad die fysiek dan wel digitaal zal deelnemen aan de Algemene Vergadering van Fluvius Antwerpen op 22 december 2021 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige beslissing.
Een kopie van deze beslissing wordt overgemaakt aan Fluvius Antwerpen, Antwerpsesteenweg 260 te 2660 Hoboken.
De gemeenteraad van 23 september 2019 heeft beslist om de bevoegdheid tot het vaststellen van aanvullende reglementen in verband met parkeerplaatsen voor personen met een handicap, voor de wegen die zich op het grondgebied van de gemeente Borsbeek bevinden, te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen.
Het college wenst de gemeenteraad te informeren over de beslissingen die ze genomen hebben betreffende de aanvullende reglementen voor parkeerplaatsen voor personen met een handicap.
Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
Het besluit van 23 januari 2009 van de Vlaamse regering betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
De omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie van het wegverkeer.
Het college informeert de gemeenteraad betreffende volgende genomen beslissingen: