Artikel 32 van het decreet lokaal bestuur waarin bepaald wordt dat de notulen en het zittingsverslag worden goedgekeurd op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad.
Regelgeving: bevoegdheid
De notulen en het zittingsverslag van de voorgaande zitting van de gemeenteraad moeten goedgekeurd te worden.
De notulen zijn raadpleegbaar in bijlage.
Het zittingsverslag via deze link: http://www.borsbeek.org/besluiten
De gemeenteraad keurt de notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad van 22 november 2021 goed.
Voor het uitbreiden van het sociale koop- en huurpatrimonium wil het bestuur inzetten op de aankoop van reeds bestaande woningen/appartementsgebouwen en deze renoveren of afbreken en een nieuwe bouwproject starten. Bij het starten van nieuw bouwprojecten vraagt de gemeente een gezonde mix te voorzien met het huidige patrimonium waarbij ook rolstoeltoegankelijkheid en de combinatie sociale huur en koopwoningen wordt meegenomen.
De gemeente wilt dat de sociale huisvestingsmaatschappij geen random aankopen doet, maar wel gericht zoekt naar bepaalde woningen (bv. bepaalde ouderdom, die aan renovatie toe zijn…) in bepaalde wijken (bv. wijken waar nu nog te weinig sociale huurwoningen beschikbaar zijn, wijken met groot aandeel meergezinswoningen…) en ook rekening houdend met de huidige bewoners van de panden (zijn dit plekken waar reeds huurders wonen die in aanmerking komen voor een sociale woning).
Zo wil de gemeente Borsbeek een antwoord bieden op de huidige pijnpunten in het huidige (sociale) woonaanbod:
Wat na het BSO van 2025? Het gemeentebestuur is zeker bereid het percentage sociale woningen in Borsbeek het komende decennia te doen laten stijgen tegenover de cijfers van vandaag. Dit zal ook nodig zijn om een betaalbaar woonaanbod voor alle burgers te kunnen voorzien. Het gemeentebestuur ziet dit gekoppeld aan een daling van het percentage kleinere appartementen en een daling in het aantal oude private huurappartementen in de gemeente.
De
eerste gemeentelijke berekening van de gezamenlijke oppervlakte van
onbebouwde bouwgronden en kavels in eigendom van Vlaamse besturen
gebeurt in afwijking van artikel 2.6, eerste lid, uiterlijk op 31
oktober 2010. De resultaten van die berekening gelden tot en met 31
december 2025.
In
afwijking van artikel 2.6, eerste lid, kan elke gemeente in de periode
2009-2025, voor haar grondgebied, de gezamenlijke oppervlakte van de
onbebouwde bouwgronden en kavels in eigendom van Vlaamse semipublieke
rechtspersonen berekenen. De resultaten van die berekening gelden tot en
met 31 december 2025.
In
afwijking van artikel 2.6, tweede lid, waakt de gemeente erover dat
gezamenlijke oppervlakte, berekend conform het eerste lid, aangewend
wordt om het bindend sociaal objectief, vermeld in artikel 2.27, te
behalen. Als de gemeente toepassing gemaakt heeft van het tweede lid,
geldt die verplichting ten aanzien van de gezamenlijke oppervlakte,
berekend conform het eerste en het tweede lid.
In
afwijking van het derde lid is een gemeente die kennelijk onvoldoende
inspanningen levert om het bindend sociaal objectief, vermeld in artikel
2.23, §2, eerste lid, te bereiken, ertoe gehouden ten minste een kwart
van de gezamenlijke oppervlakte, vermeld in artikel 2.6, eerste lid, aan
te wenden voor een sociaal woonaanbod. De gronden die eigendom zijn van
sociale woonorganisaties, respectievelijk van het Vlabinvest apb,
tellen niet mee voor de berekening van het minimale aandeel.
Aan
de verplichting, vermeld in het derde lid, is voldaan als het bindend
sociaal objectief, vermeld in artikel 2.27, in een gemeente wordt
behaald in de periode van 1 september 2009 tot en met 31 december 2025.
De
subsidie, vermeld in artikel 5.20 en 5.21, en de subsidies, vermeld in
artikel 80, 94, 95 of 96 van de Huisvestingscode, gevoegd bij het
koninklijk besluit van 10 december 1970 en bekrachtigd door de wet van 2
juli 1971, of in titel 3, hoofdstuk 1, titel 4, hoofdstuk 1, titel 5 en
titel 6 van boek 5, deel 2, kunnen ter beschikking worden gesteld van
de VMSW, die in dat geval instaat voor de verdeling ervan aan de
initiatiefnemers. De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden waaronder
de subsidie ter beschikking gesteld wordt van de VMSW.
De vergoeding, vermeld in artikel 6.3/2, tweede lid, kan ter beschikking
worden gesteld van de VMSW, die in dat geval instaat voor de verdeling
ervan aan de verhuurders van een sociale huurwoning. De Vlaamse Regering
kan de voorwaarden bepalen waaronder de vergoeding ter beschikking
gesteld wordt van de VMSW.
De gemeente Borsbeek voert haar eigen lokaal woonbeleid, rekening houdend met de drie Vlaamse beleidsprioriteiten voor wonen uit Boek 2, Deel 2 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021. Voor de realisatie van de Vlaamse beleidsprioriteiten en de uitvoering van de daarmee verbonden activiteiten kan de gemeente een beroep doen op subsidies voor intergemeentelijke samenwerkingsprojecten en de ondersteuning door Wonen-Vlaanderen.
Beleidsprioriteit 1 stelt dat de gemeente zorgt voor een divers en betaalbaar woonaanbod in functie van de woonnoden. Een verplichte activiteit binnen beleidsprioriteit 1, is het uitwerken en toepassen van een visie op sociaal wonen. Elke gemeente dient voor eind 2021 een door de gemeenteraad goedgekeurde Visie Sociaal Wonen te hebben.
De Visie Sociaal Wonen is een toekomstperspectief van hoe de gemeente sociaal en betaalbaar wonen op haar grondgebied wenst te realiseren.
Voor het opstellen van de Visie Sociaal Wonen voor Borsbeek is een analyse gemaakt van het huidige sociale woonaanbod en de opportuniteiten op basis van de sociaaleconomisch en ruimtelijke context van de gemeente Borsbeek.
De gemeenteraad neemt kennis van de Visie Sociaal Wonen die integraal deel uitmaakt van dit besluit.
In opdracht van de gemeente heeft Igean de gronden aan de Lucien Hendrickxlei aangekocht in het verleden. Igean is hiervoor een lening aangegaan bij Belfius Bank en de gemeenteraad heeft zich hiervoor borg gesteld.
De stand van het project liet niet toe de betrokken lening van 275.044,01 euro op de vervaldag van 9 september 2021 terug te betalen. Een verdaging van deze lening is dus noodzakelijk. Na overleg met Belfius Bank vraagt IGEAN gezien de evolutie en de verwachtingen van het project de verdaging van de eindvervaldag van lening 372 met 1 jaar aan.
Belfius Bank moet bij dergelijke verdaging rekening houden met volgende voorwaarden:
Belfius Bank vraagt een hervestiging van de waarborg.
Igean heeft in het verleden in opdracht van de gemeente Borsbeek gronden aangekocht in de Lucien Hendrickxlei voor de toekomstige realisatie van een woonproject. Igean is voor deze aankoop een lening aangegaan bij Belfius (lening 372). Deze lening had zijn vervaldag op 9 september 2021. In de gemeenteraad van 27 januari 2014 heeft de gemeente zich borg gesteld voor deze lening.
Op 6 september 2021 heeft Belfius zich aan gean akkoord verklaard voor de verdaging van de eindvervaldag van lening 372 met 1 jaar en het behoud van de bestaande voorwaarden van het betrokken krediet.
De raad van bestuur van Igean heeft in de vergadering van 8 september 2021 de terugbetalingstermijn van de lening 372 verlengd met 1 jaar.
Belfius vraagt een herbevestiging van de waarborg door de gemeente voor de verdaging van de eindvervaldag van lening 372 voor 275.044,01 euro.
De gemeenteraad gaat akkoord met de herbevestiging van de waarborg voor lening 372 door Igean aangegaan bij Belfius Bank voor de gronden aan de Lucien Hendrickxlei. De herbevestiging van de borgstelling is opgenomen als bijlage bij dit besluit.
Bij deze AMJP zijn er nog een aantal aanpassingen gebeurd aan de geraamde cijfers van 2021.
Voor de vaststelling van het budget 2022 werden de oorspronkelijke ramingen herbekeken door de diensten. Door hen werden verschillende wijzigingen voorgesteld en gemotiveerd. Dit gaat dan zowel over verschuivingen van budgetten door wijzigingen in de timing van de uitvoering als over nieuwe budgetten. Alle voorgestelde wijzigingen werden besproken met college en vast bureau om uiteindelijk tot deze AMJP2020-2025 + vaststelling budget 2022 te komen.
Zowel de wijzingen van 2021 als deze van 2022 en de volgende jaren zijn terug te vinden in de bundel als bijlage bij dit punt.
De grootste wijzigingen worden hieronder samengevat. En gedetailleerd overzicht van de wijzigingen is terug te vinden in de strategische nota en in de toelichting bij de AMJP.
Ontvangsten exploitatie:
Uitgaven exploitatie
Ontvangsten investeringen
Uitgaven investeringen
Beschikbaar budgettair resultaat 2021 na wijziging: 2.965.713 euro
Beschikbaar budgettair resultaat 2022 na wijziging: 1.261.216 euro
Beschikbaar budgettair resultaat 2023 na wijziging: 1.551.655 euro
Beschikbaar budgettair resultaat 2024 na wijziging: 952.817 euro
Beschikbaar budgettair resultaat 2025 na wijziging: 11.798 euro
Autofinancieringsmarge 2021 na wijziging: 44.577 euro
Autofinancieringsmarge 2022 na wijziging: -554.993 euro
Autofinancieringsmarge 2023 na wijziging: 142.239 euro
Autofinancieringsmarge 2024 na wijziging: 196.962 euro
Autofinancieringsmarge 2025 na wijziging: 281.615 euro
Het geconsolideerde beschikbaar budgettair resultaat moet jaarlijks positief zijn.
De geconsolideerde autofinancieringsmarge moet positief zijn aan het einde van de planningsperiode.
Aan beide evenwichten is ook na de aanpassingen voldaan.
De gemeenteraad keurt de AMJP 2020-2025 en de vaststelling van het budget 2022 voor het deel van de gemeente goed.
De gemeenteraad delegeert de investeringen opgenomen als bijlage aan het college van burgemeester en schepenen.
De gemeenteraad neemt kennis van het deel van het OCMW van de MJP 2020-2025 en de vaststelling budget 2022.
De geconsolideerde MJP 2020-2025 en het budget 2022 wordt vastgesteld door de gemeenteraad.
Voor de continuïteit van de terreinbeheerwerken werd voorgesteld aan de drie partners (gemeente Borsbeek, stad Mortsel en Kempens Landschap vzw) om in te stappen in het Loket Onderhoud Buitengebied (LOB) van RLRL. Het instrument LOB is op te vatten als een territoriaal loket, één bovengemeentelijk adres of knooppunt waar het regulier landschapsonderhoud gebiedsdekkend georganiseerd wordt.
De expertise die RLRL inzake gebiedsgerichte en integrale projectwerking heeft opgebouwd, zal worden ingezet bij het beheer van het valleilandschap van de Koude Beek. Voor de “Koude Beekvallei” biedt het LOB ondersteuning bij het gestructureerd en consequent uitvoeren van het regulier beheer zoals opgenomen in het beheerplan.
Voor de uitvoering van het LOB wordt gebruik gemaakt van een digitaal platform (GIS, DIPLA, Excel,…). Aan de hand van beheer- en werkschema’s in een digitale omgeving kan de LOB medewerker van het regionaal landschap het beheer van verschillende elementen overzichtelijk en consequent opvolgen en uitsturen naar aannemers, groendiensten, agrobeheergroepen, sociale economiebedrijven…. Het LOB bundelt beheerwerken ook over de gemeentegrenzen heen, wat noodzakelijk is voor een goede uitvoering van het beheerplan van de Koude Beekvallei.
Prijsraming personeelskost LOB-medewerker RLRL in 2022 bedraagt €5.000,00 (10 dagen aan €500, 00 per dag)
Volgende onderdelen zitten in deze kostprijs vervat:
Volgende taken zitten in deze kostprijs vervat:
De uitvoering van taken gebeurt steeds in nauw overleg met de betrokken partners.
Dagen die teveel zijn aangerekend, worden in het daaropvolgende jaar nog tegoed gegeven aan de gemeente. Indien de vooropgestelde 10 werkdagen ontoereikend blijken om de opdracht te voltooien zal het regionaal landschap de gemeente op de hoogte brengen.
Binnen deze overeenkomst blijft de gemeente zelf instaan voor:
RLRL engageert zich om vanuit haar expertise en toegang tot provinciale, Vlaamse en Europese projectmiddelen maximaal in te zetten op het verwerven van bijkomende middelen voor realisaties op terrein.
Vooropgestelde Timing
Een goede continuïteit van het beheer is cruciaal, daarom volgende timing:
Zie bijlagen:
De afgelopen jaren coördineerde Dienst Integraal Waterbeleid (DIW) van de provincie Antwerpen het beheer van de Koude Beekvallei (waterloop, oeveromgeving én aanpalende percelen). DIW wenst zich echter meer te focussen op haar kerntaak namelijk het duurzaam beheren van de feitelijke waterloop en de onmiddellijke oeveromgeving. Op vraag van DIW wordt de coördinatie van het beheer van de aanpalende percelen in de Koude Beekvallei overgedragen aan het Regionaal Landschap Rivierenland (RLRL) en dit vanaf 2022.
Voor de continuïteit van de terreinbeheerwerken werd voorgesteld aan de drie partners (gemeente Borsbeek, stad Mortsel en Kempens Landschap vzw) om in te stappen in het Loket Onderhoud Buitengebied (LOB) van RLRL. Het instrument LOB is op te vatten als een territoriaal loket, één bovengemeentelijk adres of knooppunt waar het regulier landschapsonderhoud gebiedsdekkend georganiseerd wordt.
De coördinatie door de provincie Antwerpen (DIW) was tot nu toe gratis. Vanaf voorliggende overdracht wordt voor de coördinatie en opvolging van de werken door de LOB-medewerkers van RLRL standaard 10 werkdagen aangerekend (dagprijs €500,00, incl. BTW).
De prijs bedraagt €5.000,00 in 2022
Werkdagen die teveel zijn aangerekend, blijven tegoed in het daaropvolgende jaar. Indien 10 werkdagen ontoereikend blijkt, zal het RLRL de gemeente inlichten. In samenspraak kan dan overgegaan worden tot het vergoeden van extra werkuren.
Binnen deze overeenkomst blijft de gemeente zelf instaan voor de financiering van de jaarlijks uit te voeren werken:
Het bedrag van de uit te voeren werken is afhankelijk van de noodzakelijke werken in het respectievelijke jaar (opgenomen in de beheerplanning). Met de stad Mortsel werden gelijkaardige afspraken gemaakt.
RLRL engageert zich om vanuit haar expertise en toegang tot provinciale, Vlaamse en Europese projectmiddelen maximaal in te zetten op het verwerven van bijkomende middelen voor realisaties op terrein.
Zie bijlagen:
De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst tussen de provincie Antwerpen, Stichting Kempens Landschap, de gemeente Borsbeek, de stad Mortsel en het Regionaal Landschap Rivierenland goed.
De gemeenteraad gaat akkoord met het vrijmaken van €5000,00 in 2022 voor de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst.
Om de August van Putlei op een veilige manier in te richten als fietsstraat, zijn bovenop de algemene inrichting nog bijkomende ingrepen nodig. Uit de Mobiliteitsstudie Eksterlaar (Traject, 2018) bleek dat de August van Putlei een belangrijke as is voor sluipverkeer dat van de de Robianostraat naar Eksterlaar in Deurne rijdt en omgekeerd. Het vademecum fietsvoorzieningen stelt dat sluipverkeer niet compatibel is met het concept van de fietsstraat. Bovendien zorgt dit sluipverkeer ervoor dat de bovengrens van 2000 voertuigen/etmaal voor een fietsstraat ruim wordt overschreden. Extra inspanningen om autoverkeer te weren zijn dus noodzakelijk om de fietsstraat te doen slagen. Daarom werden volgende ingrepen in een proefopstelling uitgevoerd:
Conclusies van de monitoring met Telraam
In bijlage is een uitgebreide bespreking te vinden van de resultaten van de tellingen.
In de August Van Putlei is het verkeer sterk gedaald, ook in het middelste deel. Dit maakt dat de aantallen auto’s nu ruim onder de maxima voor een fietsstraat zitten en dat het fietsverkeer in aantallen groter is dan het autoverkeer. Dit zijn beide belangrijke voorwaarden voor het slagen van een fietsstraat. Bovendien laten de Telramen een daling zien van de snelheid aan Tirolerhof, wat ook de veiligheid voor fietsers ten goede komt. Ook in de Posthoevestraat is de hoeveelheid verkeer gedaald.
Op Eksterlaar is het autoverkeer ongeveer met 25% toegenomen, in de Wenigerstraat met 17%, op de Mortselsesteenweg met 52%. Een verschuiving van het verkeer was te verwachten en is ook moeilijk te vermijden. Het scheiden van fietsstromen en autostromen op verschillende assen is 1 van de mogelijke redenen om een fietsstraat in te voeren. Dit zorgt er ook voor dat gerichte maatregelen mogelijk zijn om het autoverkeer op de andere as te vertragen. Deze cijfers zijn berekend over de volledige periode na de plaatsing van de proefopstelling en hier moeten dus enkele kanttekeningen bij gemaakt worden:
November is een duidelijke dip in de grafiek als je zware voertuigen en auto's samen neemt en dus wel oktober kan meenemen in de vergelijking. De 'voor' periode loopt van november tot januari, met dus die dip en ook nog eens 2 weken kerstvakantie. De helft van die periode zitten we dus met te lage cijfers die het gemiddelde 'voor' naar beneden halen en de stijging versterken.
In heel de 'na' periode (6 maanden, waarvan 4 weken vakantie) is er nog eens een gestage stijging door de toenemende mobiliteit bij het versoepelen van de coronamaatregelen + het effect van de werken op de Boekenberglei, waarbij door een omleiding actief verkeer de wijk in geleid werd. Dit is vooral in de Mortselsesteenweg zeer duidelijk te zien in de cijfers van mei.
De berekeningen zijn dus te bekijken als het worst case scenario, de echte stijging van het verkeer op deze assen is hoe dan ook lager. Omdat het moeilijk is om in te schatten hoeveel lager, geven we de cijfers zoals ze zijn, met daarbij deze kanttekening.
In zijn totaliteit is het verkeer in de wijk afgenomen doordat de route voor doorgaand verkeer vanaf de oostkant een stuk minder aantrekkelijk is geworden. Om het doorgaand verkeer verder te beperken is het aan te raden om in samenspraak met Deurne te bekijken hoe de instroom ook daar verder beperkt kan worden.
Omdat de verkeershinder op de as Eksterlaar – Wenigerstraat deels bepaald wordt door de onaangepaste snelheid van vele chauffeurs in deze zone 30, is het ook belangrijk om op deze as gerichte ingrepen te doen om de snelheid te doen dalen. In samenwerking met Deurne zal het kruispunt Eksterlaar/Manebruggestraat begin volgend jaar heraangelegd worden, met zebrapaden, bomen en een versmald plateau. Ook de kruispunten Eksterlaar/August Van Putlei en Eksterlaar/Mortselsesteenweg zullen volgend jaar aangepakt worden.
Feedback van de bewoners
In bijlage is een overzicht te vinden van het participatietraject dat we het afgelopen jaar hebben gevolgd met de buurt en van de feedback die we ontvingen. Ook is een excel bestand toegevoegd met daarin alle reacties die we binnenkregen via de online enquête.
De belangrijkste knelpunten:
De pluspunten:
Hiernaast kregen we ook heel veel positieve reacties, zowel van de bewoners van de August Van Putlei, die aangeven beter te slapen en te genieten van de rust, als van omwonenden die blij zijn met een veilige fietsroute. Ook van bewoners van Eksterlaar en Wenigerstraat zijn er positieve reacties, vaak wel met de vraag om ook voor deze as maatregelen te nemen. Heel wat mensen lieten weten dat ze dergelijke initiatieven om sluipverkeer te weren belangrijk vinden en dat ze hopen dat er nog volgen.
Verder overleg met Deurne en Antwerpen blijft belangrijk om oplossingen voor het sluipverkeer uit te werken. Ook in het mobiliteitsplan wordt deze problematiek verder bekeken.
Het KB van 4 december 2012 betreffende het signaleren van de fietsstraat voert in artikel 71.2 de verkeersborden F111 en F113 in die respectievelijk het begin en einde van een fietsstraat aanduiden.
Op de gemeenteraad van 19 oktober 2020 werd de inrichting van de fietsstraat in de August Van Putlei goedgekeurd. Hierbij werd ook het plaatsen van een proefopstelling goedgekeurd. Deze proefopstelling bestaat uit een verkeersfilter in de August Van Putlei en een enkelrichting in de Posthoevestraat.
De verkeersfilter werd geplaats op 27 januari 2021 ter hoogte van de Posthoevestraat.
Na de evaluatie van de tellingen door de Telramen en de feedback van de bewoners in mei, werd op het college van 14 juni 2021 besloten om de verkeersfilter te verplaatsen naar de andere zijde van het straatdeel, ter hoogte van de Villegasplein. De definitieve evaluatie werd uitgesteld naar november 2021.
De gemeenteraad keurt het definitief inrichten van éénrichtingsverkeer in de Posthoevestraat goed.
De gemeenteraad keurt het definitief plaatsen van een verkeersfilter in de August Van Putlei ter hoogte van het De Villegasplein goed. Deze verkeersfilter wordt aangeduid met het verkeersbord C3 met een onderbord 'uitgezonderd fietsers en bromfietsers klasse A en P'.
Het is voor de uitbaters van de nachtwinkels onmogelijk om op 5 uur (van 18.00 tot 23.00 uur) een leefbare omzet te realiseren. Om betrokken lokale handelaars te ondersteunen, is belangrijk om tijdelijk toe te laten dat de uitbaters hun nachtwinkel openen vanaf 15.00 uur. Deze maatregel geldt zolang de nachtwinkels verplicht om 23.00 uur moeten sluiten of tot herroeping van deze uitzondering omwille van nieuwe uitzonderlijke maatregelen.
Op 2 december 2021 werd door Dis Van Berckelaer, burgemeester, een beslissing genomen betreffende de openingsuren van de nachtwinkels op grondgebied Borsbeek: de nachtwinkels krijgen tijdelijk de toelating om hun winkel te openen vanaf 15:00 u (i.p.v. 18:00 u)
De gemeenteraad bekrachtigt de beslissing van de burgemeester van 2 december 2021 betreffende de openingsuren van de nachtwinkels op grondgebied Borsbeek:
vanaf 2 december 2021 mogen de nachtwinkels openen vanaf 15.00 uur. Deze tijdelijke maatregel is van toepassing zolang de nachtwinkels verplicht zijn om 23.00 uur te sluiten of tot herroeping omwille van nieuwe omstandigheden. De maatregel is enkel van toepassing op nachtwinkels die zich strikt houden aan alle regelgeving, inz. alle geldende maatregelen ter bestrijding van de covid-pandemie, alle gemeentelijke belastings- of andere reglementen en politiereglementen.