Artikel 32 van het decreet lokaal bestuur waarin bepaald wordt dat de notulen en het zittingsverslag worden goedgekeurd op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad.
Regelgeving: bevoegdheid
De notulen en het zittingsverslag van de voorgaande zitting van de gemeenteraad moeten goedgekeurd te worden.
De notulen zijn raadpleegbaar in bijlage.
Het zittingsverslag via deze link: http://www.borsbeek.org/besluiten
De gemeenteraad keurt de notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad van 28 juni 2021 goed.
Met het schrijven van 19 juli 2021 van het Agentschap Zorg en Gezondheid wordt aan de besturen meegedeeld dat de Vlaamse Regering op 16 juli 2021 haar definitieve goedkeuring heeft gegeven aan een wijzigingsbesluit voor de lokale preventie, sensibilisering, enkel maar voor optie 1 tot en met 15 oktober 2021.
Vermits het lokaal bestuur Borsbeek in het verleden koos voor optie 1 (preventie, sensibilisering, bronopsporing, quarantaine coaching) dan kan deze verlengd worden enkel voor optie 1.
Om het coronavirus in te dijken is het nog steeds noodzakelijk om de persoonsgegevens te verkrijgen van de inwoners van Borsbeek ter handhaving van de quarantaineverplichting.
Bij verlenging dient het bijgevoegde addendum voor 30 september 2021 overgemaakt te worden aan het Agentschap Binnenlands Bestuur via het loket van de lokale besturen.https://www.vlaanderenhelpt.be/lokale-contactopsporing.
De invulling van deze optie past immers volledig is de reeds opgemaakte en goedgekeurde samenwerkingsovereenkomst tussen de lokalen besturen van de ELZ ZORA, Altrio Thuisverpleging en de Zorgraad zelf, waarbij de taken werden verdeeld rond covidcoaching, bronopsporing en sensibilisering. De sterke samenwerking met de zorgraad en het triagecentrum in Mortsel en goede verstandhouding met de andere besturen maken dat alle taken kunnen worden opgenomen op een efficiënte én effectieve manier. Met deze samenwerkingsovereenkomst openden we de mogelijkheid tot aanstellen van een Vlaamse field agent binnen de eerstelijnszone en ontsloten we subsidies voor de aanwerving van een covid-19 projectmedewerker op eerstelijnsniveau. Dit willen we bekrachtigen in onze keuze voor optie 1.
Lokaal bestuur Borsbeek koos in zitting van het college van 21 december 2020, samen met alle andere gemeenten van de eerstelijnszone ZORA voor optie 1. Dit besluit werd bekrachtigd in de gemeenteraad van 25 januari 2021. Deze subsidie heeft betrekking op de periode van 1 november 2020 tot en met 31 maart 2021.
In zitting van het college van 12 april 2021, bekrachtigt in de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn van 25 april 2021 werd akkoord gegaan met de verlenging van de samenwerkingsovereenkomst met het Agentschap Zorg en Gezondheid voor optie 1 voor de elektronische mededeling van persoonsgegevens van het Agentschap Zorg en Gezondheid naar het lokaal bestuur Borsbeek en dit voor de periode van 1 april 2021 tot en met 30 juni 2021.
In zitting van het college van 17 mei 2021, bekrachtigt in de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn van 31 mei 2021 werd akkoord gegaan met de verlenging van de samenwerkingsovereenkomst met het Agentschap Zorg en Gezondheid voor optie 1 voor de elektronische mededeling van persoonsgegevens van het Agentschap Zorg en Gezondheid naar het lokaal bestuur Borsbeek en dit voor de periode van 1juli 2021 tot en met 31 augustus 2021.
In zitting van het college van 2 augustus 2021 werd principieel akkoord gegaan met de verlenging van de samenwerkingsovereenkomst met het Agentschap Zorg en Gezondheid voor optie 1 (preventie, sensibilisering, bronopsporing, quarantaine coaching) voor de elektronische mededeling van persoonsgegevens van het Agentschap Zorg en Gezondheid naar de gemeente Borsbeek voor de periode van 1 september 2021 tot en met 15 oktober 2021.
De gemeenteraad gaat akkoord met de verlenging van de samenwerkingsovereenkomst tot en met 15 oktober 2021 met het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid en de keuze voor optie 1 (preventie, sensibilisering, bronopsporing, quarantaine coaching) voor de elektronische mededeling van persoonsgegevens van het Agentschap Zorg en Gezondheid naar het lokaal bestuur Borsbeek.
Het addendum, zoals opgenomen in het besluit, wordt voor 30 september 2021 overgemaakt aan het Agentschap Binnenlands Bestuur via het loket lokale besturen.
Met het invoeren van BBC 2020 moet men minder snel naar de raad gaan voor aanpassingen aan de beleidsplanning. Om de raadsleden toch de mogelijkheid te geven op te volgen hoe ver men staat met de uitvoering van de beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties is er de verplichting om hierover tussentijds te rapporteren.
Deze rapportering is niet gericht op de kredietbewaking, maar op de opvolging en uitvoering van de beleidsplanning.
De opvolgingsrapportering moet minimaal 1 keer per jaar worden voorgelegd; minstens voor het einde van september moet de opvolgingsrapportering over het eerste semester van het lopende jaar worden voorgelegd. De opvolgingsrapportering in bijlage bevat een overzicht van de uitvoering van de acties tot en met 30 juni 2021.Omdat er in juli en augustus in verschillende acties nog verdere stappen werden gezet hebben we er voor gekozen om deze ook op te nemen in de rapportering. Ook de cijfers die werden opgenomen in deze rapportering lopen tot augustus 2021.
Artikel 263 van het Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 betreffende de opvolgingsrapportering met een stand van zaken van de uitvoering van de meerjarenplanning
Minstens voor het einde van het derde kwartaal wordt er een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar voorgelegd.
De gemeenteraad neemt kennis van de opvolgingsrapportering over het eerste semester 2021.
Met deze AMJP zijn er inhoudelijk geen wijzigingen gebeurd aan de beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties. De wijzigingen die zijn opgenomen in deze AMJP hebben enkel betrekking op de cijfers.
Op het college van 22 februari 2021 werd de overdracht van de niet gebruikte investeringsbudgetten 2020 naar 2021 besproken. Deze overdracht is nu ook terug te vinden in de cijfers van de AMJP.
De verschillende budgetten werden ook vergeleken met de effectieve cijfers van 2020 en de reeds gerealiseerde boekingen 2021. Op basis hiervan werden sommige budgetten aangepast. Het gaat dan o.a. over de budgetten van de nutsvoorzieningen, abonnementen en licenties, onderhoudsmateriaal, ...
Na de afsluiting van het boekjaar 2020 moet ook het correcte resultaat van dat jaar ingeschreven worden in 2021.
Beschikbaar budgettair resultaat 2021 na wijziging: 2.319.723 euro
Beschikbaar budgettair resultaat 2022 na wijziging: 1.464.440 euro
Beschikbaar budgettair resultaat 2023 na wijziging: 1.818.302 euro
Beschikbaar budgettair resultaat 2024 na wijziging: 1.261.609 euro
Beschikbaar budgettair resultaat 2025 na wijziging: 374.911 euro
Autofinancieringsmarge 2021 na wijziging: -721.156 euro
Autofinancieringsmarge 2022 na wijziging: -342.584 euro
Autofinancieringsmarge 2023 na wijziging: 155.663 euro
Autofinancieringsmarge 2024 na wijziging: 239.108 euro
Autofinancieringsmarge 2025 na wijziging: 285.935 euro
Het geconsolideerde beschikbaar budgettair resultaat moet jaarlijks positief zijn.
De geconsolideerde autofinancieringsmarge moet positief zijn aan het einde van de planningsperiode.
Aan beide evenwichten is ook na de aanpassingen voldaan.
De gemeenteraad neemt kennis van het gedeelte OCMW van de AMJP 2020-2025 - wijziging 1/2021
De gemeenteraad stelt het gemeentelijk deel van de AMJP 2020-2025 wijziging 1/2021 vast.
De gemeenteraad keurt de geconsolideerde AMJP 2020-2025 - wijziging 1/2021 goed.
Het dragen van een mondmasker of van elk ander alternatief in stof speelt een zeer belangrijke rol in de strategie om het virus in te dijken. Door de dreiging van de nieuwe varianten moeten we als lokaal bestuur voortdurend waakzaam blijven. Ook blijft momenteel de mondmaskerplicht in winkels gelden. In de voor het publiek toegankelijke ruimtes van openbare besturen komen burgers om vuilzakken, identiteitskaarten,... Om uniformiteit en duidelijkheid voor de burgers te creëren is het noodzakelijk om de verplichting op te leggen aan de bevolking om ook een mondmasker te dragen in de voor het publiek toegankelijke ruimte van openbare besturen meer bepaald het gemeentehuis en het sociaal huis.
Op 31 augustus 2021 werd door Dis Van Berckelaer, burgemeester, een beslissing genomen betreffende het dragen van een mondmasker op grondgebied Borsbeek:
Dit burgemeesterbesluit kwam er naar aanleiding van de beslissing van het overlegcomité van 25 augustus 2021 voor wat betreft de versoepelingen in de strijd tegen COVID 19:
Het dragen van een mondmasker blijft verplicht in een hele reeks situaties, onder meer
Vanaf 1 september 2021 is het dragen van het mondmasker niet meer verplicht in het publiek toegankelijke ruimtes van ondernemingen, openbare besturen of verenigingen en in de culturele, feestelijke, sportieve, recreatieve en evenementensector voor evenementen en private feesten met minder dan 200 toeschouwers binnen en 400 toeschouwers buiten, tenzij de lokale overheid daar anders over beslist.
De gemeenteraad bekrachtigt de beslissing van de burgemeester van 31 augustus 2021 betreffende het dragen van een mondmasker op grondgebied Borsbeek:
Deze maatregel zal aangekondigd worden via een bord bij het binnen komen van het gebouw.
Lokaal bestuur Borsbeek hecht veel waarde aan een overzichtelijke en verzorgde begraafplaats. Op basis daarvan werd het huishoudelijk reglement aangepast en geactualiseerd. Hieronder worden de belangrijkste wijzigingen besproken en gemotiveerd.
Er werd voor gekozen om een allesomvattend huishoudelijk reglement op te maken, waardoor de regels voor bijzondere begraafplaatsen zoals het burgerlijk erepark hier ook in werden opgenomen.
Aangezien onderhoud zeer belangrijk is, wordt er door dit huishoudelijk reglement dan ook streng ingespeeld op graven die niet onderhouden of vervallen zijn. Zo wordt er tevens gegarandeerd dat elke burger een plaatsje vindt voor zijn of haar laatste rustplaats.
Aangezien onderhoud zeer belangrijk is, wordt er door dit huishoudelijk reglement dan ook streng ingespeeld op graven die niet onderhouden of vervallen zijn. Zo wordt er tevens gegarandeerd dat elke burger een plaatsje vindt voor zijn of haar laatste rustplaats.
De begraafplaats bestaat uit een begraafplaats in volle grond, strooiweide, columbarium, urnenveld en werd nu tevens uitgebreid met een urnenpad en urnenbos. Voor alle begraafmogelijkheden werden specifieke regels opgesteld.
De leeftijd van kinderen begraven op de kinderbegraafplaats wordt opgetrokken van 12- naar 17-jarigen. Een persoon tot en met 17 jaar wordt juridisch nog aanzien als een kind, waardoor het logischer is om de scheiding op deze leeftijd te houden. Daarnaast is een kind van 13 jaar in ogen van de ouders nog steeds een kind, en toont het van begrip door het lokaal bestuur als we toestaan dat deze oudere kinderen ook op de kinderbegraafplaats begraven kunnen worden.
Wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging
Decreet van 16 januari 2004 betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging
Omzendbrief BB 2006/03 van 10 maart 2006 betreffende de toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en uitvoeringsbesluiten
Naar aanleiding van het herzien van de visie rond de begraafplaats door de dienst burgerzaken werd er een nieuw huishoudelijk reglement rond de begraafplaats opgesteld.
Een aantal praktische problemen en mogelijke oplossingen kwamen door dit onderzoek aan het licht, wat zorgde voor een uitbreiding van de begraafmogelijkheden en een wijziging van de strategie.
Het oude huishoudelijke reglement en het bijhorend retributiereglement diende zo geactualiseerd te worden naar de geldende wetgeving en de toekomstvisie van de begraafplaats.
De gemeenteraad keurt het huishoudelijk reglement inzake de begraafplaats goed.
Onze dienst burgerzaken heeft het beleid en de werking omtrent de begraafplaats onder de loep genomen. Zo werd de volledige inventaris van de begraafplaats opgemaakt. Hierdoor kwamen er een aantal praktische problemen aan het licht. Deze problemen in combinatie met de evolutie van de manier van begraven zorgen ervoor dat er een nieuw aangepast beleid op de begraafplaats noodzakelijk is. Door de nieuwe mogelijkheden die worden aangeboden op de begraafplaats dringt een aanpassing van bepaalde reglementen zich op. Zo dient het retributiereglement en het huishoudelijk reglement omtrent de begraafplaats aangepast te worden. Aangezien we deze retributie hebben mee opgenomen in het 'retributiereglement inzake de begraafplaats' mag dit reglement opgeheven worden vanaf 1 januari 2022.
Op de gemeenteraad van 21 oktober 2019 werd het reglement 'Retributie inzake naamplaatjes voor de herdenkingszuil op de strooiweide van de gemeentelijke begraafplaats' goedgekeurd.
De gemeenteraad keurt het opheffen van het gemeentelijk reglement 'retributie inzake naamplaatjes voor de herdenkingszuil op de strooiweide van de gemeentelijke begraafplaats' van 21 oktober 2019 met ingang vanaf 1 januari 2022 goed.
Om burgers een serene laatste rustplaats te geven investeert het gemeentebestuur in de aanleg van een mooie en serene begraafplaats. De begraafplaats bestaat uit een urnenveld, urnenpad, urnenbos, columbarium en begraafplaatsen in volle grond. De begraafplaats wordt zeer goed onderhouden zodat de verwerking van het verlies van een geliefde zo goed mogelijk kan gebeuren.
Er wordt een retributie aangerekend voor de concessies in het urnenveld, urnenpad, columbarium en de grondvergunningen voor de volle grond. Er wordt ook een retributie voorzien voor de gedenkplaatjes voor de strooiweide, urnenbos en engelenweide.
De tarieven voor de concessies werden aangepast. Zo is er nog slechts 1 tarief voor alle soorten concessies, of het nu gaat om het urnenveld, urnenpad, columbarium of graf in volle grond, het tarief is steeds gelijk. Ook voor de verlengingen werd nog 1 tarief voorzien.
De tarieven van de kinderbegraafplaats werden niet aangepast, maar de leeftijd van de kinderen werd wel opgetrokken. Zo is het tarief voor de kinderbegraafplaats nu voorzien voor kinderen tot en met 17 jaar in plaats van 12 jaar. Een kind wordt wettelijk gezien pas als volwassene aanzien vanaf 18 jaar.
Het tarief voor de verlenging van 25 jaar werd opgetrokken naar het tarief van de 1ste periode van 25 jaar. Deze wijziging werd doorgevoerd indien er een persoon reeds enige tijd overleden is en een concessie heeft, dan wordt de concessie herzien op het ogenblik dat er een bijzetting gebeurd. Dit wil zeggen dat op het ogenblik van de bijzetting van de 2de persoon de eerste concessie beëindigd wordt. Er is dan sprake van een hernieuwing. Er wordt een verlenging van de concessie opgemaakt en er wordt een korting voorzien voor de eerst overleden persoon. Beide personen betalen in dit geval het tarief voor de verlenging van 10 jaar of 25 jaar, maar de eerst overledene krijgt een korting voor de stopzetting of vernieuwing van de concessie. Volgens het oude reglement betaalt de 2de overledene een tarief van € 500 ipv € 600 aangezien er hier dan sprake is van een hernieuwing / verlenging van de concessie. Aangezien dit niet correct is ten opzichte van de 1ste overledene, werd het tarief aangepast en gelijkgesteld met het tarief voor de 1ste 25 jaar.
De tarieven voor de gedenkplaatjes voor de strooiweide, urnenbos en engelenweide zijn ook opgenomen in dit reglement. Het tarief van de gedenkplaatjes werd ook aangepast aangezien we vanaf de ingang van het reglement een extra dienst zullen verrichten voor onze burgers. Momenteel kopen de burgers of vaak de begrafenisondernemers het gedenkplaatje op het gemeentehuis. De nabestaanden of begrafenisondernemers zorgen zelf voor het graveren van de naamplaatjes en brengen dit nadien terug op het gemeentehuis zodat onze werkmannen dit kunnen ophangen op de daarvoor voorziene zuil. Vanaf de start van het reglement zullen de gedenkplaatjes door onze diensten weggebracht worden om te graveren. Alle gedenkplaatjes zullen op dezelfde manier gegraveerd worden, hetzelfde lettertype en grootte.
Het tarief van de plaatjes werd dan ook aangepast, het graveren van de gedenkplaatjes werd in de prijs opgenomen. In het huishoudelijk reglement wordt er ook voorzien dat de gedenkplaatjes zullen blijven hangen gedurende een periode van 10 jaar. Er wordt wel een mogelijkheid geboden om een verlenging van 10 jaar te vragen voor de gedenkplaatjes. Indien de burgers dit wensen kan er ook een vernieuwing van het gedenkplaatje gebeuren, het tarief werd hiervoor voorzien.
Het tarief voor de afsluitplaat van het columbarium, urnenveld of urnenpad werd opgetrokken van € 50 naar € 75. Na controle van de aankoopprijs van de natuurstenen werd er vastgesteld dat het wenselijk was om de prijs op te trekken naar € 75.
Onze dienst burgerzaken heeft het beleid en de werking omtrent de begraafplaats grondig onder de loep genomen. Zo werd de volledige inventaris van de begraafplaats opgemaakt. Hierdoor kwamen er een aantal praktische problemen aan het licht. Deze problemen in combinatie met de evolutie van de manier van begraven zorgen ervoor dat er een nieuw aangepast beleid op de begraafplaats noodzakelijk is. Door de nieuwe mogelijkheden die worden aangeboden op de begraafplaats dringt een aanpassing van bepaalde reglementen zich op. Zo dient het retributiereglement en het huishoudelijk reglement omtrent de begraafplaats aangepast te worden.
Er wordt een retributie geheven inzake de begraafplaats. De lokale belastingen en retributies worden onder de loep genomen en waar nodig aangepast.
De gemeenteraad keurt het reglement 'retributie inzake de begraafplaats' dat integraal aan dit besluit werd toegevoegd goed.
Sedert enkele jaren wordt er getracht om de eigenaars-verhuurders aan te zetten om een conformiteitsattest aan te vragen. In de meeste gemeenten wordt er een retributie aangerekend voor de afgifte van een conformiteitsattest. In 2013 werd er ook in onze gemeente beslist door de gemeenteraad om hiervoor een retributie te heffen. Om het aanvragen van een conformiteitsattest te stimuleren werd de retributie opgeheven. Vanaf 1 november 2015 worden de attesten gratis afgeleverd.
Er werden nog steeds te weinig conformiteitsattesten afgeleverd en in overleg met andere huisvestingsambtenaars en IGEAN werd er besloten om actie te ondernemen en een belasting te heffen op het niet aanvragen van een conformiteitsattest. De eigenaar en verhuurders die spontaan een attest aanvragen hoeven geen belasting te betalen.
Aangezien we de eigenaars en verhuurders willen stimuleren om spontaan een conformiteitsattest aan te vragen, wordt het spontaan aanvragen niet belast. Indien eigenaars en verhuurders het attest nog niet aanvragen zullen zij de daaropvolgende jaren hoger belast worden. Dit om het niet-aanvragen van het conformiteitsattest te ontmoedigen.
Indien de eigenaar en verhuurder een conformiteitsattest aanvraagt nadat de gemeente de eigenaar en verhuurder via een beveiligde zending een uitnodiging heeft verzonden, dient de eigenaar ook een retributie te betalen.
Op 17 mei 2021 verzond het Agentschap Wonen Vlaanderen - afdeling Woonkwaliteit een brief naar het college van burgemeester en schepenen omtrent de gemeentelijke verordening van 21 december 2020 houdende het verplicht stellen van het conformiteitsattest. Het ministerieel besluit van 17 mei 2021 werd toegevoegd waarbij de goedkeuring voorwaardelijk wordt gegeven. In het ministerieel besluit werden een aantal opmerkingen gegeven die moeten aangepast worden. De aanpassingen in het reglement moeten opnieuw goedgekeurd worden door de gemeenteraad en doorgestuurd worden naar het Agentschap Wonen Vlaanderen - Afdeling Woonkwaliteit. Deze aanpassingen aan het reglement moeten opnieuw door de minister goedgekeurd worden.
De grootste wijziging is het verwijderen van de beroepsmogelijkheden. Deze waren opgesteld volgens de werkwijze van de reglementen op leegstaande woningen, maar wettelijk gezien was dit niet correct. Er kan geen bezwaar ingediend worden bij het college van burgemeester en schepenen indien de eigenaar en verhuurder niet akkoord gaat met het besluit van de woningcontroleur. Er kan enkel een tweede opinie aangevraagd worden bij een gewestelijk controleur. Verder werden er een aantal wijzigingen aangebracht in begrippen van de begrippenlijst of in bepaalde termen. Zo werd wooneenheid aangepast naar woning en eigenaar/verhuurder aangepast naar eigenaar en verhuurder.
De tarieven bleven ongewijzigd.
Door de financiële toestand is de gemeente genoodzaakt belastingen en retributies te heffen.
Artikel 170 §4 van de Grondwet bepaalt: geen last of belasting kan geheven worden dan door de agglomeratie, de federatie van gemeente en de gemeente worden ingevoerd dan door de beslissing van hun raad.
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de bekendmaking en raadpleegbaarheid van besluiten en stukken van het lokaal bestuur, betreffende de wijze waarop de reglementen en verordeningen van het lokaal bestuur worden bijgehouden in het register
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen van 12 juli 2013, art. 3-10.
Decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders.
Ministerieel besluit van 2 december 2015 tot goedkeuring van de verordening houdende het verplicht stellen van een conformiteitsattest.
Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.
Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021.
De gemeente levert conformiteitsattesten af op vraag van de verhuurders. Er wordt bekeken of er een regeling kan uitgewerkt worden waarbij stelselmatig bepaalde groepen woningen die verhuurd worden verplicht worden om te beschikken over een conformiteitsattest.
De gemeenteraad keurt het 'reglement omtrent conformiteitsattesten' dat integraal aan dit besluit werd toegevoegd goed.
Breedveld en Oude Haegevelden zijn niet uitgerust met een gescheiden waterafvoersysteem. Het ontbreken van dergelijke infrastructuur is niet langer aanvaardbaar. Op plaatsen met dichte bebouwing moet riolering aanwezig zijn. Een duurzaam, actueel en milieuvriendelijke waterbeheersing noodzaakt een gescheiden waterafvoer.
Het regenwater/hemelwater/RWA moet maximaal infiltreren ter plaatse, en kan, wanneer opvang voor hergebruik en infiltratie op het terrein niet mogelijk zijn, slechts vertraagd worden afgevoerd via open grachten. Enkel wanneer daar redenen voor bestaan, bijvoorbeeld uitritten, plaatsgebrek, zou een ondergrondse regenwaterafvoer mogelijk zijn.
Het vervuilde afvalwater DWA kan worden afgevoerd via een ondergronds rioleringssysteem (aangebracht onder de straatbedding) naar een waterzuiveringsinstallatie alwaar het wordt gezuiverd.
In het kader van een betere milieuvriendelijkere, duurzame waterbeheersing en de daarmee samenhangende infrastructuur, alsook de aanleg van nutsleidingen die gerealiseerd worden door de geplande riolerings- en infrastructuurwerken langsheen het Breedveld en de Oude Haegevelden is het noodzakelijk dat de rooilijnen, zoals voorzien in de definitieve rooilijnplannen ‘Breedveld (Buurtweg nr. 12)’ en ‘Oude Haegevelde (Buurtweg nr. 11)’, gerealiseerd worden en de daarin voorziene grondstroken worden verworven.
De enkele stukjes grond in de wegzate die nog geen eigendom zijn van de gemeente, moeten worden verworven teneinde een goed wegbeheer en onderhoud door de gemeente te faciliteren.
Deze rooilijnplannen werden definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 27/01/2012.
Deze vastgestelde rooilijnen maken geenszins het voorwerp uit van een procedure tot wijziging om redenen dat de realisatie van de rooilijnen en de verwerving van de grondstroken beantwoord aan de actuele nood voor de aanleg van riolerings- en infrastructuurwerken. Er wordt m.a.w. niets gewijzigd aan de vastgestelde rooilijnen, zowel wat betreft de rooilijnen Oude Haegevelden als de rooilijnen Breedveld.
Het gemeenteraadsbesluit van 27/01/2012 was niet het voorwerp van enige procedure.
Alhoewel de vaststelling van de rooilijnen op zich niet langer het voorwerp kunnen uitmaken van enige discussie, moet worden vastgesteld dat bij het bepalen van de rooilijnen in 2012, rekening werd gehouden met de concrete plaatselijke toestand, de minimale breedte voor de rooilijn, de bebouwing langsheen Breedveld-Oude Haegevelden…..
Onder meer werd rekening gehouden met de afstand van de voorgevel van de woningen t.a.v. de nieuw te bepalen rooilijn.
De rooilijnbreedte werd bepaald op het absoluut minimum van 10 m.
Met het oog op de realisatie van de rooilijnen en de verwerving van de grondstroken alsook de gronden nam de gemeenteraad op 23/11/2020 een beslissing (die wordt aanzien als de voorlopige onteigeningsbeslissing waarmede de bestuurlijke fase inzake onteigening een aanvang neemt) waarbij de onteigeningsplannen incl. de projectnota in bijlage van het besluit voorlopig werd vastgesteld en werd aan het college verzocht het openbaar onderzoek te organiseren.
De noodzaak tot onteigening wordt in het besluit als volgt gemotiveerd: ‘De aanleg van riolering gebeurt in principe op openbaar domein. De scheiding tussen het openbaar en privaat domein wordt bepaald door de rooilijn. Deze rooilijnen werden – voor zover ze nog niet bestaan – gerealiseerd of aangepast in het kader van infrastructuurwerken.
De gemeente houdt bij de inrichting van haar openbaar domein rekening met de bestaande toestand.’ In het besluit wordt eveneens het algemeen nut als de te onteigenen goederen omschreven. Er wordt eveneens de hoogdringendheid weerhouden.
Na het openbaar onderzoek dat plaatsvond van 22/01/2021 t.e.m. 20/02/2021 en onderzoek van de ingediende bezwaren, nam de gemeenteraad een beslissing op 26/04/2021 (die wordt aanzien als de definitieve onteigeningsbeslissing) waarbij de onteigeningsplannen definitief werden vastgesteld en beslist werd niet in te gaan op de tijdens het openbaar onderzoek geformuleerde bezwaren. Eveneens werd beslist om aan alle getroffen aangelanden een billijke vergoeding voor gronden en opstanden te geven op basis van een recent schattingsverslag.
In dit besluit wordt naast het algemeen nut, de hoogdringendheid en de algemene argumentatie alsook de verwijzing naar het openbaar onderzoek een korte motivering opgenomen m.b.t. de noodzaak en waarin wordt gesteld:
‘De aanleg van riolering gebeurt in principe op het openbaar domein. De scheiding tussen het openbaar en privaat domein wordt bepaald door de rooilijn. Met een aantal eigenaars werd al een akkoord gesloten over de overdracht van een strook naar het openbare domein; andere stroken moeten desnoods via een onteigeningsprocedure verworven worden.’
Op basis van deze besluiten wenste de gemeente over te gaan tot onteigening van de gronden die niet minnelijk konden verworven worden.
Op basis van een ingewonnen advies moet worden vastgesteld dat de wettigheid van de beslissing van 23/11/2020 nr. 13 en 26/04/2021 nr.8 geenszins vaststaand is.
De rechtsleer en recente rechtspraak m.b.t. het Vlaams Onteigeningsdecreet wijst erop dat het voorlopige onteigeningsbesluit en het definitief onteigeningsbesluit nauwkeurig de noodzaak moet vermelden en deze noodzaak op afdoende wijze moet gemotiveerd en op basis van concrete werkelijke feiten.
Zowel in het gemeenteraadsbesluit van 23/11/2020 tot voorlopige vaststelling van de onteigeningsplannen als in het gemeenteraadsbesluit van 26/04/2021 wordt de noodzaak vermeld maar de motivering daarvan is te summier om de noodzaak van de onteigening verantwoorden.
Overeenkomstig art. 3 § 3 van het Onteigeningsdecreet heeft de onteigeningsnoodzaak op cumulatieve wijze betrekking op volgende 3 elementen:
De onteigeningsnoodzaak kan slaan op heel wat verschillende elementen met name de afwezigheid van minnelijke verwerving, op het onteigeningsdoel (kan het doel niet op een andere minder ingrijpende wijze worden gerealiseerd), op het te verwerven eigendomsrecht ( kan het doel via een andere recht worden gerealiseerd), op de aangeduide goederen, op het tijdstip, ….
De korte motiveringen opgenomen in de beslissingen behandelen deze elementen nauwelijks.
De summiere motiveringen in beide besluiten beantwoorden niet de vereiste vervat in artikel 3 §3 Onteigeningsdecreet en aan de doelstelling van de Vlaamse regelgever om de onteigenende instantie te verplichten de onteigeningsnoodzaak op voldoende wijze aan te tonen en te motiveren in de besluiten. De besluiten zijn dan ook onwettig.
Daarnaast moet worden vastgesteld dat in het gemeenteraadsbesluit van 26/04/2021 de rechtsgrond om over te gaan tot onteigening op een zeer algemene en te summiere wijze is omschreven door enkel te verwijzen naar art. 41, 9○ DLB en het besluit niet verwijst naar de dienende wettelijke bepalingen van het onteigeningsdecreet (art. 6.1 en art. 7.3) en het gemeentewegen decreet (art. 27) waaruit de rechtsgrond blijkt zodat deze aanhaling niet beantwoordt aan de vereiste tot vermelding van de rechtsgrond zoals is voorzien in art. 28 § 1 Onteigeningsdecreet. Het ontbreken van de juiste rechtsgrond tast de wettigheid van het besluit aan.
Art. 28 § 2 Onteigeningsdecreet verplicht, op straffe van nietigheid, de voeging van een aantal documenten bij het definitief onteigeningsbesluit zoals het onteigeningsplan, de projectnota, het verslag van het openbaar onderzoek, … Het gemeenteraadsbesluit van 26/04/2021 verwijst weliswaar naar de projectnota en de onteigeningsplannen maar nergens wordt vermeld dat deze als bijlagen worden gevoegd bij het besluit zodat art. 28 § 2 van het onteigeningsdecreet wordt miskent. Het besluit verwijst wel naar de in bijlage gevoegde behandeling van de bezwaren.
Art. 10 § 2 Onteigeningsdecreet verplicht, op straffe van nietigheid, de voeging bij het voorlopig onteigeningsbesluit van het onteigeningsplan en de projectnota. Het gemeenteraadsbesluit van 23/11/2020 tot voorlopige vaststelling van de onteigeningsplannen vermeld nergens expliciet dat de onteigeningsplannen in bijlagen worden gevoegd. Het stelt wel dat de projectnota in bijlage van dit besluit wordt gevoegd. Er blijkt dus niet uit het besluit dat de onteigeningsplannen als bijlagen gevoegd werden. Gelet op de sanctie nl. de op straffe van nietigheid voorgeschreven formaliteit, moet de onwettigheid worden weerhouden.
Door belanghebbenden/onteigenden werd een verzoekschrift bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen waarbij de vernietiging van het besluit van 26/04/2021 wordt nagestreefd.
Het staat vast dat binnen het kader van de onteigeningsprocedure voor de vrederechter de wettigheidsbezwaren zouden worden aangevoerd en de vrederechter de onwettigheid van de gemeenteraadsbeslissingen zou vaststellen zodat de vorderingen tot onteigening zouden worden afgewezen.
Wanneer een bestuur vaststelt dat een voorheen genomen beslissing mogelijks onregelmatig en/of onwettig is, moet het bestuur deze onregelmatig of onwettigheid herstellen en overgaan tot intrekking mits daardoor geen afbreuk wordt gedaan aan verworven subjectieve rechten van derden. Binnen het kader van een behoorlijk bestuur en rekening houdende met de onwettigheid en onregelmatigheid van de beslissingen moet de gemeente overgaan tot intrekking van de beslissingen van 23/11/2020 nr. 13 en 26/04/2021 nr. 8 wat de mogelijkheid voor de gemeente onverlet laat om vervolgens de procedure tot voorlopig en definitief onteigeningsbesluit te hernemen. Deze procedure kan hernomen worden rekening houdende met:
Door het intrekken van de beslissingen van 23/11/2020 nr. 13 en 26/04/2021 nr. 8 wordt geen nadeel toegebracht aan de belanghebbenden/onteigenden en worden hun rechten op geen enkele wijze geschaad. Zij kunnen hun rechten volledig laten gelden binnen de bestuurlijk fase van de op te starten procedure en het openbaar onderzoek.
De gemeenteraadsbesluiten van 23/11/2020 nr. 13 en 26/04/2021 nr. 8 kennen geen subjectieve rechten toe aan de belanghebbenden/onteigenden daar in het Belgisch recht geen recht tot onteigening bestaat (met uitzondering van de in art. 74 Onteigeningsdecreet voorziene afdwingbare overname van het restant.)
Tijdens de bespreking en besluitvorming van dit agendapunt verlaat schepen Walter Kiebooms de zitting overeenkomstig artikel 27 van het decreet lokaal bestuur.
‘Breedveld – Buurtweg nr. 12’ opgemaakt door IGEAN dienstverlening op 17/07/2020, klassement 20200715_BORZ001 – BV – ONT01 en de beslissing tot onontvankelijk verklaring van één bezwaar en ongegrond verklaring van vijf bezwaren.
Deze beslissing tot intrekking van gemeenteraadsbesluiten heeft geen financiële weerslag.
Het gemeenteraadsbesluit van 23/11/2020 ‘nr. 13 Oude Haegevelde – Breedveld – voorlopige vaststelling van de onteigeningsplannen – goedkeuring’ wordt ingetrokken.
Het gemeenteraadsbesluit van 26/04/2021 ‘nr. 8 Oude Haegevelde - Breedveld – definitieve vaststelling van de onteigeningsplannen – goedkeuring’ wordt ingetrokken.
De onteigeningsprocedure ‘bestuurlijke fase’ wordt hernomen en dit rekening houdende met de projectnota onteigening BORZ001 rooilijn Breedveld – Oude Haegevelde, dd. 03/11/2020 opgemaakt door IGEAN en de onteigeningsplannen ‘Oude Haegevelde – Buurtweg nr. 11 dd. 15/07/2020 klassement 20200715_BORZ001 – OHV – ONT01’ en Breedveld – Buurtweg nr. 12 dd. 15/07/2020 klassement 20200715_BORZ001 – BV – ONT 01.
Algemeen
Breedveld en Oude Haegevelden zijn niet uitgerust met een gescheiden waterafvoersysteem. Het ontbreken van dergelijke infrastructuur is niet langer aanvaardbaar. Op plaatsen met dichte bebouwing moet riolering aanwezig zijn. Een duurzaam, actueel en milieuvriendelijke waterbeheersing noodzaakt een gescheiden waterafvoer.
Het regenwater/hemelwater/RWA moet maximaal infiltreren ter plaatse, en kan, wanneer opvang voor hergebruik en infiltratie op het terrein niet mogelijk zijn, slechts vertraagd worden afgevoerd via open grachten. Enkel wanneer daar redenen voor bestaan, bijvoorbeeld uitritten, plaatsgebrek, zou een ondergrondse regenwaterafvoer mogelijk zijn.
Het vervuilde afvalwater DWA kan worden afgevoerd via een ondergronds rioleringssysteem (aangebracht onder de straatbedding) naar een waterzuiveringsinstallatie alwaar het wordt gezuiverd.
In het kader van een betere milieuvriendelijkere, duurzame waterbeheersing en de daarmee samenhangende infrastructuur, alsook de aanleg van nutsleidingen die gerealiseerd worden door de geplande riolerings- en infrastructuurwerken langsheen het Breedveld en de Oude Haegevelden is het noodzakelijk dat de rooilijnen, zoals voorzien in de definitieve rooilijnplannen ‘Breedveld (Buurtweg nr. 12)’ en ‘Oude Haegevelde (Buurtweg nr. 11)’, gerealiseerd worden en de daarin voorziene grondstroken worden verworven.
De enkele stukjes grond in de wegzate die nog geen eigendom zijn van de gemeente, moeten worden verworven teneinde een goed wegbeheer en onderhoud door de gemeente te faciliteren.
Deze rooilijnplannen werden definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 27/01/2012.
Deze vastgestelde rooilijnen maken geenszins het voorwerp uit van een procedure tot wijziging om redenen dat de realisatie van de rooilijnen en de verwerving van de grondstroken beantwoord aan de actuele nood voor de aanleg van riolerings- en infrastructuurwerken. Er wordt m.a.w. niets gewijzigd aan de vastgestelde rooilijnen, zowel wat betreft de rooilijnen Oude Haegevelden als de rooilijnen Breedveld.
Het gemeenteraadsbesluit van 27/01/2012 was niet het voorwerp van enige procedure.
Alhoewel de vaststelling van de rooilijnen op zich niet langer het voorwerp kunnen uitmaken van enige discussie, moet worden vastgesteld dat bij het bepalen van de rooilijnen in 2012, rekening werd gehouden met de concrete plaatselijke toestand, de minimale breedte voor de rooilijn, de bebouwing langsheen Breedveld-Oude Haegevelde.
Onder meer werd rekening gehouden met de afstand van de voorgevel van de woningen t.a.v. de nieuw te bepalen rooilijn.
De rooilijnbreedte werd bepaald op het absoluut minimum van 10 m.
Met het oog op de realisatie van de rooilijnen en de verwerving van de grondstroken alsook de gronden in wegbedding/wegzate werden er onteigeningsplannen en een projectnota opgemaakt conform de bepalingen van het Vlaams onteigeningsdecreet door IGEAN. Deze onteigeningsplannen en projectnota maken integraal deel uit van de beslissing tot voorlopige vaststelling van de onteigeningsplannen en worden als bijlage gevoegd aan dit besluit. De motieven en overwegingen zoals deze zijn opgenomen in de projectnota en aldaar tot uiting zijn gebracht, worden integraal bijgetreden en moeten, voor zover als nodig, als volledig herhaald worden aanzien.
Thans dient een openbaar onderzoek plaats te vinden waarna, na beoordeling van de ingediende bezwaren, de gemeenteraad kan overgaan tot definitieve vastlegging van de onteigeningsplannen.
Omschrijving te onteigenen goederen:
De onteigeningsplannen, gevoegd bij dit besluit, bevatten overeenkomstig art. 11 van het Onteigeningsdecreet de omtrek van de te onteigenen goederen, de kadastrale vermelding van de sectie, de nummers, de grootte en de aard van de percelen en onroerende goederen, de naam van de eigenaars volgens de kadastrale gegevens en de onteigenende instantie.
Grondstroken tussen huidige grens weg en rooilijn
Voor Oude Haegevelden:
Voor Breedveld:
Gronden gelegen in de wegbedding/wegzate
De gemeente Borsbeek is voor het overgrote deel eigenaar van de gronden waarop de bestaande weg is aangebracht. Sommige delen van de wegzate/wegbedding behoren nog toe aan private eigenaars. Deze innamen zijn opgenomen in de onteigeningsplannen en betreffen:
Voor Oude Haegevelden:
Voor Breedveld:
Projectnota:
Overeenkomstig art. 12 van het Onteigeningsdecreet werd een projectnota opgemaakt die gevoegd wordt als bijlage bij onderhavig besluit en er integraal deel van uitmaakt.
Algemeen nut:
De riolering en scheiding van afvalwater en regenwater wordt opgelegd door de Vlaamse overheid. Goed afvalwaterbeleid en een gezond watersysteem belangt iedereen aan en is ontegensprekelijk van maatschappelijk of algemeen belang. Aanleg en beheer van riool- en regenwater infrastructuur en de integratie in de volledige publieke ruimten zijn cruciaal bij het voorkomen van wateroverlast en watertekort en bij de klimaatadaptatie aan extreme weersomstandigheden. De aanleg van open grachten en wadi’s (waar mogelijk) zal het grondwaterpeil (waarvan het lage peil kritisch is) gunstig beïnvloeden nu de afvoer wordt vertraagd en een grotere infiltratie mogelijk is.
Wegen- en waterinfrastructuur alsook de aanleg van nutsleidingen zijn van algemeen belang.
Zuivering van afvalwater is nodig om het leven in de waterlopen en de biodiversiteit te behouden, en om spreiding van ziektes tegen te gaan. Zuiver oppervlaktewater in onze waterlopen en kwaliteitsvol grondwater zijn onontbeerlijk om de productie van drinkwater betaalbaar te houden.
Noodzaak:
Gemeenten kunnen tot onteigening overgaan in de gevallen waarin ze oordelen dat de onteigening noodzakelijk is voor de realisatie van de rooilijn, de aanleg van infrastructuur, de aanleg nutsleidingen en de aanleg en werken binnen het kader van de waterbeheersing, een gescheiden rioleringsstelsel. Zulks behoort in het algemeen tot het beleid inzake gemeentelijke aangelegenheden.
Om Breedveld en Oude Haegevelden van riolering voor afvoer hemelwater te kunnen voorzien, om de nodige infrastructuur te kunnen aanleggen, om nadien het onderhoud mogelijk te maken, om voldoende ruimte te hebben voor nutsvoorzieningsleidingen dient de gemeente van de betrokken boordeigenaar te nodige stroken grond te verwerven. Na verwerving kan de rooilijn worden gerealiseerd en kunnen de riolerings- en nutsvoorzieningswerken uitgevoerd worden.
Eveneens bestaat de noodzaak tot verwerving van die gronden die gelegen zijn in de wegbedding/wegzate en waarvan de gemeente nog geen eigenaar is, nu wegen behoren tot het openbare domein.
De onteigening is noodzakelijk omdat:
Slechts wanneer de beste beschikbare technieken geen van de voornoemde afvoerwijzen toelaten, mag het hemelwater overeenkomstig de wettelijke bepalingen worden geloosd in de openbare riolering.
Art. 2.3.6.4. dat bij de aanleg van de aanleg en her-aanleg van riolering een gescheiden stelsel moet worden aangelegd, waarbij wat het hemelwater betreft, op het openbaar domein:
Er kan slechts worden overgegaan tot een volgende stap indien de vorige technisch niet mogelijk is. de voorkeur gaat uit naar een gracht of bovengrondse oppervlakte (infiltratie), waarbij de belangrijkste eigenschappen van een infiltratie voorziening zijn: infiltratiecapaciteit en de bering.
Overeenkomstig artikel 27 van het decreet lokaal bestuur neemt schepen Walter Kiebooms niet deel aan de bespreking en stemming over dit agendapunt.
Gelet op het gemeenteraadsbesluit, dat tevens in de zelfde zitting van 27 september 2021 genomen werd, houdende de intrekking van de collegebesluiten van 23 november 2020 houdende de voorlopige vaststelling van de onteigeningsplannen en van 26 april 2021 houdende de definitieve vaststelling van de onteigeningsplannen.
De onteigeningskosten worden ruw geraamd op 177.943,52 euro:
Het wegenis- en rioleringsplan wordt geraamd op 814.915,00 euro (excl. BTW) of 840.130,75 euro (incl. BTW).
De kosten voor vergoeding van de getroffen aangelanden situeert zich tussen €103.553,11 en €129.437,64 naargelang de wijze waarop de innamen worden verwezenlijkt.
De grond wordt geschat aan €20/m² (plus €1/inname van de zate). De waarde van de opstanden is bepaald op basis van een schatting door een landmeter.
De bestuurlijke fase met het oog op de onteigening wordt opgestart.
De onteigeningsplannen met daarin de te vermelden te verwerven onroerende goederen, ‘Oude Haegevelde – buurtweg nr. 11’, opgemaakt door IGEAN dienstverlening op 15 juli 2020, klassement 20200715_BORZ001-OHV-ONT01 en ‘Breedveld – buurtweg nr. 12’, opgemaakt door IGEAN dienstverlening op 15 juli 2020, klassement 20200715_BORZ001-BV-ONT01, inclusief projectnota ‘gemeente Borsbeek BORZ001 rooilijn Breedveld-Oude Haegevelde, projectnota onteigening’ dd. 3.11.2020, opgemaakt door IGEAN, dienstverlening, die in bijlagen zijn gevoegd bij dit besluit, voorlopig vast te stellen.
Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met het organiseren van het openbaar onderzoek.
In het kader van geplande riolerings- en infrastructuurwerken langsheen het Breedveld en de Oude Haegevelde is het noodzakelijk dat de rooilijnplannen 'Breedveld (buurtweg nr. 12)' en 'Oude Haegevelden (buurtweg nr. 11)', gerealiseerd worden.
Deze rooilijnplannen werden definitief goedgekeurd door de gemeenteraad van 27 januari 2012.
Er werden onteigeningsplannen en een projectnota opgemaakt conform de bepalingen van het Vlaams Onteigeningsdecreet.
Het openbaar onderzoek vond plaats van 22 januari 2021 tot en met 20 februari 2021.
De definitieve vaststelling van de onteigeningsplannen werd goedgekeurd door de gemeenteraad van 26 april 2021.
Fasering
Na de definitieve vaststelling van de onteigeningsplannen werden alle aangelanden per aangetekend schrijven op 7 mei 2021 hiervan in kennis gebracht. Een aantal bewoners hebben initieel aangegeven vrijwillig grondafstand te willen doen. Omwille van het gelijkheidsbeginsel en billijkheidsoverwegingen is het aangewezen om alle aangelanden te vergoeden voor hun grond en opstanden.
Bewoners waar vroeger reeds een akkoord mee werd bereikt, kregen naast het onteigeningsplan, het ontwerpplan wegenis- en riolering en de goedgekeurde gemeenteraadsbesluiten ook een ontwerpakte van verkoop van onroerend goed voor openbaar nut, met hierin een laatste bod voor vrijwillige verkoop van de gronden.
Bewoners waar vroeger nog geen akkoord mee werd bereikt ontvingen naast het volledige dossier een begeleidend schrijven met een laatste bod.
Onteigening
Gemeenten kunnen tot onteigening overgaan in de gevallen waarin ze oordelen dat de onteigening noodzakelijk is voor de uitwerking van de infrastructuur of het beleid inzake gemeentelijk aangelegenheden.
De gemeente Borsbeek wenst het Breedveld en de Oude Haegevelde te voorzien van riolering, waarbij het regenwater en het vuil water worden gescheiden conform de geldende milieuwetgeving (Vlarem II art. 2.3.6.4). Om deze doelstelling te realiseren werd een onteigeningsplan en een bijhorende projectnota opgemaakt.
Omschrijving van de te onteigenen goederen
De te onteigenen stroken grond bevinden zich binnen de vastgestelde rooilijn voor het Breedveld en de Oude Haegevelde. Het gaat om gedeelten van de percelen met volgende kadastrale nummers: enige afdeling, sectie A: nummers 171B, 171F, 171G, 171H, 171L, 171M, 172T, 173A5, 173H2, 173M3, 173S4, 173Z, 188C2, 188F2, 188G2, 189A, 190D, 191Y, 204A, 205S, 208G, 208H, 209C, 222E2, 222F2, 222G2, 222H2, 222L2, 222M2, 222N2, 222R2 en 233A2.
Algemeen nut
De Europese kaderrichtlijn water legt een goede kwaliteit van de waterlopen op. Er wordt gestreefd naar het maximaal aanleggen van een gescheiden rioleringsstelsel bij de aanleg of heraanleg van rioleringen. Dit wil zeggen dat het afval- en regenwater via twee aparte systemen DWA (droogweerafvoer of afvalwater) en RWA (regenwaterafvoer) wordt afgevoerd. Het afvalwater loopt richting rioolwaterzuiveringsinstallatie, waar het water wordt gezuiverd. Het regenwater wordt naar de grachten en/of waterlopen afgevoerd.
De riolering is een openbare nutsvoorziening, net zoals elektriciteit, water, gas en kabeltelevisie en is dus van algemeen nut.
Noodzaak
De aanleg van riolering gebeurt in principe op het openbaar domein. De scheiding tussen het openbaar en privaat domein wordt bepaald door de rooilijn.
Met een aantal eigenaars werd al een akkoord gesloten over de overdracht van een strook grond naar het openbaar domein; andere stroken moeten desnoods via een onteigeningsprocedure verworven worden.
Hoogdringendheid
De gemeente Borsbeek werkt gestaag verder aan de verhoging van de rioleringsgraad. Afhankelijk van gesubsidieerde projecten (toewijzing Vlaamse Milieu Maatschappij) worden daarom verschillende rioleringsprojecten gepland. Omwille van het feit dat rioleringswerken in principe enkel kunnen worden uitgevoerd op openbaar domein, zijn onteigeningen noodzakelijk. Deze omstandigheden kunnen dan ook als hoogdringend omschreven worden. De onteigeningen zullen steeds tot het strikt noodzakelijk worden beperkt. In de toegekende subsidies dient de eindafrekening en het asbuiltplan bij de subsidiërende overheid ingediend te worden in 2021.
Argumentatie
Goed afvalwaterbeleid en een gezond watersysteem belangt iedereen aan en is ontegensprekelijk van maatschappelijk of algemeen belang. Aanleg en beheer van riool- en regenwaterinfrastructuur en de integratie in de volledige publieke ruimte zijn cruciaal bij het voorkomen van wateroverlast en watertekort en bij de klimaatadaptatie aan extremere weersomstandigheden.
Zuivering van het afvalwater is nodig om het leven in de waterlopen en de biodiversiteit te behouden, en om verspreiding van ziektes tegen te gaan. Zuiver oppervlaktewater in onze waterlopen en kwaliteitsvol grondwater zijn onontbeerlijk om de productie van drinkwater betaalbaar te houden.
Tijdens de bespreking en besluitvorming van dit agendapunt verlaat schepen Walter Kiebooms de zitting overeenkomstig artikel 27 van het decreet lokaal bestuur.
De onteigeningskosten worden ruw geraamd op 177.943,52 euro:
Het wegenis- en rioleringsplan wordt geraamd op 814.915,00 euro (excl. BTW) of 840.130,75 euro (incl. BTW).
De kosten voor vergoeding van de getroffen aangelanden situeert zich tussen €103.553,11 en €129.437,64 naargelang de wijze waarop de innamen worden verwezenlijkt.
De grond wordt geschat aan €20/m² (plus €1/inname van de zate). De waarde van de opstanden is bepaald op basis van een schatting door een landmeter.
De ontwerpakten van verkoop van onroerend goed voor openbaar nut, zoals toegevoegd in bijlage, worden goedgekeurd.
In zitting van de gemeenteraad van 22 maart 2021 werd kennis genomen van volgende samenstelling van de schoolraad voor de periode 2021-2025:
Geleding personeel:
Geleding lokale gemeenschap:
Geleding ouders:
Els Mennes, directeur van de gemeentelijke basisschool, laat weten dat het niet Maaike Verlinden is die zich heeft kandidaat gesteld maar de echtgenoot Sven Joosten.
De gemeenteraad neemt akte van de wijziging in de samenstelling van de schoolraad van de gemeentelijke basisschool De Klinker voor de periode 2021-2025:
Het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel, het OCMW-personeel en het provinciepersoneel.
De rechtspositieregeling versie 2021 voor het gemeentepersoneel wordt goedgekeurd zoals opgenomen in de bijlagen en treedt in werking vanaf 1 januari 2022.