Conform artikel 21 van het decreet lokaal bestuur komt voorzitter Tom Verboven als volgt tussen:
Woensdag 7 februari 2023 verschenen de plannen van “Captain Jack” in de pers. De plannen betreffen een themapark vlak naast de luchthaven van Deurne. De plannen veroorzaakten grote bezorgdheid in de regio, en meer bepaald bij de lokale besturen van de nabijgelegen gemeenten.
De perscommunicatie van en rond Captain Jack is het gevolg van een marktbevraging vanuit de Vlaamse overheid met betrekking tot de ontwikkeling van de zone naast de Luchthaven Antwerpen conform de bepalingen van het GRUP grootstedelijk gebied Antwerpen. De marktbevraging bevatte twee percelen. Eén perceel voor de ontwikkeling van de recreatiezone, waar Skice Development II (Captain Jack) een offerte voor indiende. Er werden geen andere offertes ontvangen. Eén perceel voor de ontwikkeling van de KMO-zone, hiervoor werden geen offertes ontvangen. De finale offerte van Skice Development II werd op 14 december 2022 goedgekeurd door minister van mobiliteit Lydia Peeters.
Nu is het aan Skice Development II om eventuele synergieën met het project van De Lijn uit te werken, een mobiliteitsplan op te maken en een concreet inrichtingsplan uit te werken. Parallel wordt tussen Skice Development II en het departement Mobiliteit en Openbare Werken een opstalovereenkomst uitgewerkt. Het volledige dossier (synergie / mobiliteitsplan / inrichtingsplan / opstalovereenkomst) wordt vervolgens ter goedkeuring voorgelegd aan minister Peeters. Pas na die goedkeuring, zal de opstalovereenkomst worden gesloten. Daarna pas kan Skice Development II de omgevingsvergunningsaanvraag indienen. Pas indien de omgevingsvergunning verkregen wordt, zal de opstalovereenkomst in werking treden. Het “groen licht” waarover melding werd gemaakt in bepaalde berichtgeving is dus nog wel zeer voorbarig.
Toch is het gezien de grote bezorgdheden belangrijk om vanuit het lokaal bestuur zelfs in deze fase een duidelijk standpunt in te nemen. Er is op dit moment nog geen concreet dossier om te kunnen beoordelen.
Volgens de voorwaarden uit het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen’ zijn activiteiten in de zone rond de luchthaven aan volgende beperkingen onderworpen:
Artikel 8.5. Gebied voor stedelijke activiteiten
8.5.1. Het gebied is bestemd voor bedrijfsactiviteiten, kantoren en diensten, hotel, congresfaciliteiten, openbare en private nuts- en gemeenschapsvoorzieningen, openbare groene en verharde ruimten, socio-culturele inrichtingen en recreatieve voorzieningen.
De volgende activiteiten zijn niet toegelaten:
- wonen
- de combinatie van hotel en congresfaciliteiten
- kleinhandel
- afvalverwerkingsbedrijven
- logistiek (op- en overslag, voorraadbeheer, fysieke distributie en groupage), groothandel en bedrijven met een hoog mobiliteitsprofiel en/of een grote parkeerbehoefte.
8.5.2. De totale bruto vloeroppervlakteontwikkeling van het gebied voor stedelijke activiteiten is beperkt tot 110.000 m². Als er voorafgaand aan de ontwikkeling van het gebied een garantie kan worden aangetoond tot realisatie van een duurzame openbaar vervoerontsluiting, dan wordt de totale ontwikkelbare bruto vloeroppervlakte verruimd tot 120.000 m².
8.5.3. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze wat schaal en ruimtelijke impact betreft verenigbaar zijn met de omgeving. Daarbij wordt ten minste aandacht besteed aan:
- De relatie met de in de omgeving aanwezige functies;
- De invloed op de omgeving wat betreft het aantal te verwachten gebruikers, bewoners of bezoekers;
- De invloed op de mobiliteit en de verkeersleefbaarheid;
- De relatie met de in de omgeving vastgelegde bestemmingen;
8.5.4. Bij vergunningsaanvragen voor een project dat een terreinoppervlakte beslaat vanaf 1 ha wordt een inrichtingsstudie gevoegd. De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied. De inrichtingsstudie geeft ook aan hoe het voorgenomen project zich verhoudt tot wat al gerealiseerd is in het gebied en/of tot de mogelijke ontwikkeling van de rest van het gebied. De inrichtingsstudie bevat minstens:
- een voorstel voor de ordening van het gehele plangebied;
- een onderzoek naar en de effectief te nemen ruimtelijk, stedenbouwkundige maatregelen in het kader van het beheersen van de mobiliteitsproblematiek;
- een onderzoek naar en de effectief te nemen ruimtelijk, stedenbouwkundige maatregelen in het kader van de afwerking van de gebouwen en de architecturale bakenfunctie langs de R11 en de spoorweg;
- een onderzoek naar en de effectief te nemen ruimtelijk, stedenbouwkundige maatregelen in het kader van het groeperen en organiseren van parkeermogelijkheden op het terrein.
De inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier betreffende de aanvraag van stedenbouwkundige vergunning en wordt als zodanig meegestuurd aan de adviesverlenende instanties overeenkomstig de toepasselijke procedure voor de behandeling van de aanvragen. Elke nieuwe vergunningsaanvraag kan een bestaande inrichtingsstudie of een aangepaste of nieuwe inrichtingsstudie bevatten.
8.5.5. In het gebied zijn eveneens toegelaten, voor zover de hoofdbestemming niet in het gedrang komt, voor zover in overeenstemming met of aangewezen in de watertoets, alle werken, handelingen en wijzigingen in functie van het bereiken van de randvoorwaarden die nodig zijn voor het behoud van de watersystemen en het voorkomen van wateroverlast buiten de natuurlijke overstromingsgebieden toegelaten voor zover de technieken van de natuurtechnische milieubouw gehanteerd worden.
Aanzet tot standpunt
In Borsbeek en Mortsel is de verkeersdruk enorm. De hoofdwegen zijn compleet verzadigd. De R11 in het bijzonder. De impact van die verzadiging is dagelijks voelbaar. De leefbaarheid en gezondheid van de vele mensen die op die hoofdassen wonen staan nu al onder druk. Sluipverkeer (ook zwaarder verkeer) dat de grote assen wil ontwijken, zoekt nu al zijn weg door wijken en woonstraten.
Borsbeek engageerde zich tot het Burgemeestersconvenant en stelde een ambitieus klimaatplan op. De plannen voor ‘Captain Jack’ zoals die werden voorgesteld, hebben een duidelijke negatieve impact en lijken tegenstrijdig te zijn met de klimaatdoelstellingen. Niet alleen qua mobiliteit, maar ook qua verharding en waterhuishouding. Ook de mogelijke gevolgen voor het nabijgelegen (natuur)gebied Klein-Zwitserland baren grote zorgen.
De toets met het gewestelijk RUP zal uiteraard gebeuren bij de procedure tot omgevingsvergunning. De plannen zoals die nu in de pers werden voorgesteld, zijn onaanvaardbaar."
De stad Mortsel vraagt om een signaal te geven samen met de buurgemeenten, aan de Vlaamse overheid.
De gemeenteraad neemt akte van de berichtgeving rond de plannen van “Captain Jack” die van de Vlaamse overheid de toestemming kreeg om de ontwikkelingsmogelijkheden van het bedrijventerrein aan de luchthaven te onderzoeken.
De gemeenteraad verzet zich met klem tegen ontwikkelingen op die locatie die de leefbaarheid en de klimaatdoelstellingen in de regio in het gedrang brengen en die verkeersdruk op de verzadigde gewestwegen nog verder kan doen toenemen.
De gemeenteraad gaat akkoord om een initiatief te nemen om tot een gezamenlijk standpunt te komen met omliggende lokale besturen en dat standpunt te bezorgen aan de Vlaamse overheid.