Artikel 8 van het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019 bepaalt:
“Niemand kan een gemeenteweg aanleggen, wijzigen, verplaatsen of opheffen zonder voorafgaande goedkeuring van de gemeenteraad.”
Artikel 11, §1 van het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019 bepaalt:
“§ 1. De gemeenten leggen de ligging en de breedte van de gemeentewegen op hun grondgebied vast in gemeentelijke rooilijnplannen, ongeacht de eigenaar van de grond.”
Artikel 12, §2 van het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019 bepaalt:
“§ 2. In afwijking van artikel 11 kan de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat.”
Artikel 69 van het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019 bepaalt:
“De vereenvoudigde vergunningsprocedure is niet van toepassing voor projecten waarvoor met toepassing van artikel 31 een beslissing van de gemeenteraad vereist is over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg.”
Artikel 31 van het decreet op de omgevingsvergunning van 25 april 2014 (ingevolge art. 70 van het decreet houdende de gemeentewegen) bepaalt:
“§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
…
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. (…) De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.”
Artikel 32 van het decreet op de omgevingsvergunning van 25 april 2014 bepaalt:
“§ 6. Een vergunning voor aanvragen met aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan pas verleend worden na goedkeuring over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg door de gemeenteraad overeenkomstig artikel 31. Als de gemeenteraad de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing niet heeft goedgekeurd, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.”
Artikel 47 van het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning bepaalt:
“Als een beslissing van de gemeenteraad vereist is over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
…
Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is.”
Art. 47. Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning herneemt de welbekende regeling van de tussenkomst van de gemeenteraad over de zaak van de wegen. Voor alle duidelijkheid wordt ook hier herhaald:
“De gemeenteraad spreekt zich enkel uit over de zaak van de wegen, niet over de vergunningsaanvraag;
…
De gemeenteraad bespreekt enkel de bezwaren die handelen over de zaak van de wegen, niet de andere.“
Stedenbouwkundige basisgegevens
1. Ligging volgens het uitvoeringsplan en bijhorende voorschriften
De aanvraag ligt binnen de omschrijving (afbakeningslijn) van het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Afbakening Grootstedelijk gebied Antwerpen (deelplan 7), definitief vastgesteld door de Vlaamse regering op 19 juni 2009 (en latere wijzigingen). Binnen de afbakeningslijn van dit GRUP gelden volgende stedenbouwkundige bepalingen:
“Artikel 0. Afbakeningslijn grootstedelijk gebied Antwerpen De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het grootstedelijk gebied Antwerpen. Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing. De bestaande voorschriften kunnen daardoor voorschriften in nieuwe gewestelijke, provinciale en gemeentelijk uitvoeringsplannen of BPA’s worden vervangen. Bij de vaststelling van die plannen en bij overheidsprojecten binnen de grenslijn gelden de relevante bepalingen van de ruimtelijke structuurplannen, conform de decretale bepalingen in verband met de verbindende waarde van die ruimtelijke structuurplannen.”
De planbestemming van de percelen werd niet gewijzigd bij de vaststelling van het GRUP.
De aanvraag is tevens gelegen binnen:
- artikel 1: “zone voor wonen” en zone overdruk artikel 7: “kernwinkelgebied" binnen het op 21 november 2022 definitief vastgestelde RUP Kernversterking.
2. Ligging volgens de verkaveling
Er zijn geen niet-vervallen verkavelingen van toepassing.
Openbaar onderzoek
De aanvraag werd openbaar gemaakt van 9 februari 2023 tot en met 10 maart 2023.
Op 11 maart 2023 werd overgegaan tot sluiting van het openbaar onderzoek door de omgevings-ambtenaar. Hierbij werd vastgesteld:
Deze bezwaren werden ingediend tijdens de periode van openbaar onderzoek en zijn bijgevolg ontvankelijk.
Geen enkel bezwaar heeft betrekking op de rooilijn en/of het wegenistracé.
Het college van burgemeester en schepenen zal zich over de inhoud van de bezwaren die betrekking hebben op de stedenbouwkundige beoordelingsgronden van het omgevingsvergunningsdossier, in een latere fase uitspreken.
Inhoudelijke beoordeling
Beknopte beschrijving van de aanvraag
Voorliggend project betreft de herbestemming, renovatie en uitbreiding van de voormalige pastorie en oud gemeentehuis (voormalig politiekantoor) tot 3 appartementen en een woning en het slopen van constructies. De werken worden voorzien langs de Jozef Reusenslei.
In het kader van het project PVT-woningen werd het nieuwe wegenistracé met bijhorende rooilijnen goedgekeurd door de gemeenteraad. Onderhavig project wijzigt het destijds goedgekeurde tracé. Het project vormt een onderdeel van de PPS (Publiek Private Samenwerking) "Driewervenplan".
Beschrijving van de bouwplaats
Het project heeft betrekking op de bestaande gebouwen die zich vooraan bevinden aan de Jozef Reusenslei. Achterliggend- achter de pastorie en het politiegebouw-, geen deel uitmakend van voorliggende aanvraag, is er een ontwikkeling van een nieuw binnengebied door middel van nieuwe publieke ruimte en toegangen dienstig voor de doorwaadbaarheid, bereikbaarheid en beleefbaarheid van het gebied, waarvoor het wegtracé en rooilijnen werden goedgekeurd door de gemeenteraad op 27 juni 2022 in kader van omgevingsvergunning voor de PVT-woningen.
Beschrijving van de bestaande ontsluiting
Huidige aanvraag is gelegen langs de Jozef Reusenslei, een lokale weg type 2 die als hoofd-verbinding binnen de gemeente fungeert.
Beschrijving van geplande gemeenteweg
De aanvraag impliceert een wijziging van de nieuwe wegtracés ter ontsluiting van het nieuwe binnengebied, waarvoor de gemeenteraad goedkeuring verleende op 27 juni 2022. De aanvaarde doorsteek naast de pastorie wijzigt ten aanzien van het goedgekeurde tracé.
Materialisatie:
De oorspronkelijke ontsluiting vooraan de Jozef Reusenslei uitgevoerd als wandelpad, aangelegd in ternair zand, verdwijnt en meer naar rechts wordt een verharde doorsteek voorzien onder het uitgebreide gebouw van de pastorie met een breedte van 2,52 meter vooraan aan de straat die versmalt naar achteren toe. Er wordt nu een doorsteek onder de uitbreiding van de pastorie voorzien, waardoor het openbaar domein wordt overbouwd, en bezwaard.
De rioleringsleidingen voor de bouwwerken zijn gelegen onder het over te dragen openbaar domein, wat tevens een bezwaring inhoudt.
Ook de (schematisch aangeduide) ontsluiting en leidingen van de later op te richten hoogspanningscabine achteraan worden deels onder het aangeduide openbaar domein, en voor het overige onder de gronden en de PVT-woningen, aangegeven.
De verharding wordt, althans volgens het inplantingsplan vooraan, deels aangelegd met waterdoorlatende klinkers. Voor het overige wordt geen verdere duiding gegeven over de uitrusting van de wegenis, noch onder het gebouw, noch achter het gebouw.
Het gewijzigde deel van de wegenistracés lijkt wel nog steeds te zijn afgestemd op het gebruik als voetgangers- en fietsersdoorsteek. Aan het deel van het binnengebied voor de PVT verderop lijkt het tracé niet te worden gewijzigd. Ook de ontsluiting naar de Lucien Hendrickxlei lijkt niet te worden gewijzigd. De hulpdiensten kunnen het achterliggende binnen gebied bereiken via de Lucien Hendrickxlei.
Alle delen binnen de rooilijn worden - voor zover ze nog geen eigendom zijn van de gemeente - aan de gemeente overgedragen met dien verstande dat een gedeelte van het toekomstige openbaar domein dwars door het gebouw loopt en het openbaar domein derhalve voor een gedeelte wordt overbouwd.
Beoordeling van de bezwaren
Tijdens het openbaar onderzoek werden er geen bezwaren en opmerkingen geuit die betrekking hebben op de inrichting en ligging van het wegenistracé.
Beoordeling
De opbouw, inrichting en ligging van het gewijzigde wegenistracé lijkt te zijn afgestemd op het gebruik als voetgangers- en fietsersdoorsteek.
Er is geen indicatieve aanduiding op het RUP terug te vinden voor trage verbindingswegen.
De trage verbindingswegen werden immers indicatief als “artikel 9: Verbinding voor langzaam verkeer” (overdruk) aangeduid op het goedgekeurde RUP. Ter hoogte van de aanvraag evenwel is geen dergelijke overdruk aangebracht.
Op basis van “Art. 0 Algemene voorschriften, Werken van algemeen belang”, lijkt het gevraagde evenwel toch de mogelijkheid te bieden.
Art. 0 Algemene voorschriften
Werken van algemeen belang
De aanleg van nutsleidingen, noodzakelijke infrastructuur van openbaar nut en/of de oprichting van noodzakelijke constructies van openbaar nut wordt overal binnen het plangebied toegestaan. De noodzaak moet om technische of maatschappelijke redenen kunnen worden aangetoond en moet verantwoord worden bij de vergunningsaanvraag.
De inplanting, het uitzicht en het volume moet afgestemd zijn op de inrichtingsvoorschriften van de betreffende zone. De realisatie van werken van algemeen belang mag de bestemming van betreffende zone niet hinderen.
Ook de bepalingen voor “Publiek domein”, lijken te kunnen worden toegepast, waardoor er geen absolute strijdigheid blijkt met geldende stedenbouwkundige voorschriften.
Publiek domein
De aanleg van publiek domein is overal in het plangebied toegelaten. Onder publiek domein worden onder meer ook de daarbij horende infrastructuur zoals parkeervoorzieningen en laadpalen, laad- en loszones, fiets- en wandelpaden, verbindingen voor langzaam verkeer, groenaanleg en straatmeubilair verstaan. Verplaatsbare of vaste constructies ondersteunend aan het publieke functioneren van de ruimte zijn toegestaan. Deze constructies dienen in harmonie te zijn met de aanleg van de zone.
Niettegenstaande lijkt impliciet uit de geest van het RUP te kunnen worden afgeleid dat er een globale inrichtingsvisie nodig is bij een aanvraag, voor verbindingen voor langzaam verkeer waarbij één of meerdere wooneenheden worden gecreëerd ten opzichte van de vergunde of vergund geachte toestand, voor het volledige perceel. De inrichtingsvisie heeft aandacht voor architecturale en landschappelijke kwaliteit, gebruikswaarde, belevingswaarde, ecologische waarde, veiligheid en toegankelijkheid. Hieruit zou minimaal moeten blijken hoe de huidige aanvraag, en de hierin voorziene aangepaste trage verbinding naar de achterliggende vergunde PVT, nauwgezet aansluiten.
Uit de huidige aanvraag blijkt dit geenszins. Het vergunningsaanvraagdossier voor de PVT omvatte niet alleen het tracé van de grond die werd overgedragen naar het openbare domein (BA_DWB15_rooilijnplan_PVTunits.pdf), maar ook snedes (BA_DWB15_snedes rooilijn_PVTunits.pdf) waaruit duidelijk de opbouw en uitrusting van de voorziene wegenis blijkt.
Op basis hiervan heeft de gemeenteraad overeenkomstig artikel 31 van het omgevingsvergunningsdecreet zich niet alleen uitgesproken over de ligging, de breedte en over de opname in het openbaar domein, maar ook, zoals decreet bepaald, over de uitrusting van de gemeenteweg.
Met de voorliggende aanvraag wenst men het tracé der wegen te wijzigen ter hoogte van de thans voorliggende aanvraag waarbij weliswaar de rooilijnen worden aangepast, maar waarbij de ligging van de gewijzigde wegenis niet naadloos aansluit op de door de gemeenteraad reeds goedgekeurde wegenis. Integendeel wordt de wegenis zoals voorzien bij de PVT geblokkeerd door een nieuwe fietsenstalling, en stopt de nieuwe wegenis ter hoogte van de achtergevel, op een plaats waarvoor in de PVT vergunning ‘gazon’ werd voorzien.
Uit het inplantingsplan kan worden afgeleid dat er vooraan ‘waterdoorlatende klinkers’ worden gebruikt, waarna de over te dragen wegenis doorloopt onder het gebouw. Verdere details over de weguitrusting ontbreken. Op basis hiervan kan de gemeenteraad zich niet met kennis van zaken uitspreken over de wegenisuitrusting die in het toekomstige openbaar domein wordt opgenomen.
De weguitrusting is niet alleen onduidelijk en onvolledig maar praktisch ook moeilijk, zeker bij calamiteiten. De rioleringsleidingen voor de nieuwe aanvraag zorgen voor een kluwen aan ondergrondse private leidingen onder het toekomstige openbare domein. Het aanleggen van private leidingen onder het openbaar domein houdt een bezwaring in van het toekomstige openbaar domein.
Hierbij dient er op gewezen dat bij de riolering van het PVT-gebouw op de funderingsplannen werd aangegeven dat er wordt aangesloten op DWA en RWA riolering Reusenslei. De voorliggende aanvraag houdt hiermee evenwel geen rekening zodat het onduidelijk is hoe en op welke wijze de RWA en DWA van het achterliggende PVT-gebouw aansluiting vindt.
Het is onvoldoende duidelijk of de in het openbare domein in te lijven oppervlakte voldoende is voor de aanleg van nutsvoorzieningen, en of ook de PVT hierop kan worden aangesloten.
Ook de leidingen van de hoogspanningscabine achteraan, en de toegang er naartoe, worden deels voorzien onder het openbaar domein en voor het overige onder en door het PVT-gebouw.
Er wordt nu ook een doorsteek onder de uitgebreide pastorie voorzien, waardoor het openbaar domein wordt overbouwd, en bezwaard. Het is niet per definitie uitgesloten dat het toekomstig openbaar domein kan overbouwd worden, maar dit vormt wel een vorm van verticale erfdienstbaarheid over het openbaar domein. Duidelijke afspraken hieromtrent zijn noodzakelijk.
Decreet gemeentewegen
Afdeling 5. Realisatie van gemeentewegen
Artikel 26.
§ 1. De vastlegging van een gemeenteweg heeft tot gevolg dat op de gemeente de rechtsplicht rust om over te gaan tot de realisatie, de vrijwaring en het beheer van de gemeenteweg overeenkomstig de in dit decreet opgenomen instrumenten en handhavingsmaatregelen.
§ 2. In het geval van nieuwe gemeentewegen gaat de gemeente over tot verwerving van de onroerende goederen, vereist voor de realisatie van de gemeenteweg.
In afwijking van het eerste lid kan de gemeente met de eigenaars van de gronden waarop de gemeenteweg gelegen is, een overeenkomst sluiten waarbij een erfdienstbaarheid van openbaar nut vastgelegd wordt. Die overeenkomst wordt binnen de termijn van zestig dagen na het verlijden ervan overgeschreven op het hypotheekkantoor van het arrondissement waar de goederen zijn gelegen.
In principe gaat de gemeente, overeenkomstig artikel 26 gemeentewegendecreet, over tot verwerving van de goederen vereist voor de gemeenteweg. In voorliggende geval evenwel zal de gemeenteweg door een gebouw lopen. Dit impliceert dat de gelijkvloerse doorgang tot het openbaar domein zal behoren, maar dat er zich daarboven een privaat gebouw zal bevinden. Om problemen en betwistingen te voorkomen lijkt het aangewezen dat zulks wordt vastgelegd in een akte.
Alhoewel de afmetingen en de aansluiting op de voorliggende weg in principe een normale en veilige verkeersafwikkeling niet in het gedrang brengen, dient het gewijzigde wegtracé toch als onderdeel van de grotere eenheid waarbij de PVT wordt ontwikkeld, te worden bekeken. Er wordt verondersteld dat de hulpdiensten het achterliggende binnengebied kunnen bereiken via de Lucien Hendrickxlei. Het voorzien van een fietssluis, zoals opgelegd bij de goedkeuring van het vorige tracé door de gemeenteraad, ter hoogte van de aansluiting met de Jozef Reusenslei lijkt anderzijds nog steeds aan de orde. In ieder geval werd op de voorliggende plannen geen fietssluis voorzien.
Er kan, rekening houdende met voormelde, niet worden besloten dat het tracé bijdraagt tot een kwalitatieve ontsluiting van het project.
Bijgevolg kan besloten worden dat de ligging, breedte en de uitrusting van de weg en de over te dragen delen binnen de rooilijn naar het openbaar domein, niet voldoen om als gemeenteweg te worden vastgesteld.
Conclusie
Het aanvraagdossier omvat te veel onvolmaaktheden om de wijzigingen aan het toekomstige openbaar domein te aanvaarden. Het vergunde PVT-gebouw en omgeving, met bijhorende door de gemeenteraad goedgekeurde wegenis, dient naadloos aan te sluiten op de thans voorziene wijzigingen. Het is hierbij aangewezen dat de inplantingsplannen zich niet beperken tot hetgeen thans wordt aangevraagd, maar dat een ondubbelzinnig overzichtsplan wordt uitgewerkt waarbij de projecten naadloos op elkaar aansluiten. Bovendien dient er ook duidelijkheid te komen over de uitrusting van de over te dragen wegenis en het overbouwen ervan.
De gemeenteraad keurt de rooilijnplannen en wegenistracés niet goed, horende bij de omgevingsaanvraag OMV2022098, voor het ontsluiten van een psychiatrisch verzorgingstehuis, gelegen Jozef Reusenslei 9/11, kadastraal gekend als afdeling 1 sectie A nummers 112 c - 113 l en 113 m.