Het instrumentendecreet voorziet in de bundeling en afstemming van omgevingsinstrumenten met het oog op ruimtelijke realisaties op het terrein. Het gaat om een aantal realisatiegerichte en grondgebonden instrumenten uit verschillende regelgeving (VCRO, Decreet Landinrichting, Decreet Natuurbehoud, Omgevingsvergunningendecreet, …).
Het instrumentendecreet optimaliseert de lasten bij de omgevingsvergunning op volgende essentiële punten:
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), artikel 2.3.1 en 2.3.2, welke de rechtsgrond voor deze verordening biedt;
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, m.n. artikel 75 en 77;
Artikel 75, §3, 4°, zoals gewijzigd door het Instrumentendecreet van 26 mei 2023 bepaalt dat financiële lasten slechts kunnen opgelegd worden als dit geregeld wordt in een stedenbouwkundige verordening; dat deze regeling op 1 januari 2024 in werking treedt; dat het daarom aangewezen is dat de gemeente zo spoedig mogelijk over een definitief goedgekeurde stedenbouwkundige verordening beschikt;
Artikel 2.3.2, §2 van de VCRO dat de goedkeuringsprocedure voor gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen vastlegt; dat de relevante delen hiervan luiden:
Het college van burgemeester en schepenen is belast met het opmaken van gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen en neemt de nodige maatregelen tot opmaak.
Het college van burgemeester en schepenen legt het ontwerp van stedenbouwkundige verordening voor advies voor aan het departement, de deputatie en aan de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening. Het departement en de deputatie geven advies over de onverenigbaarheid, de strijdigheid of de niet-naleving, vermeld in paragraaf 2/1, derde lid, 1° tot en met 5°. De adviezen worden binnen dertig dagen na de ontvangst van het dossier naar het college van burgemeester en schepenen gestuurd. Als er geen advies is verleend binnen die termijn, mag aan de adviesvereisten worden voorbijgegaan.
Het college van burgemeester en schepenen onderwerpt het ontwerp van gemeentelijke stedenbouwkundige verordening aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek duurt dertig dagen en wordt minstens aangekondigd door een bericht in het Belgisch Staatsblad. De Vlaamse Regering stelt nadere regels voor het openbaar onderzoek vast.
De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening wordt samen met het besluit van de gemeenteraad en het volledige advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening binnen tien dagen na de definitieve vaststelling met een beveiligde zending bezorgd aan de deputatie en het departement.
Sommige gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen zijn onderworpen aan een plan-mer-screening.
Stedenbouwkundige verordeningen vormen in bepaalde gevallen geen kader voor de vergunningverlening; voorliggende verordening inzake lasten omvat geen randvoorwaarden voor de toekenning van vergunningen.
Deze verordening zal weliswaar toegepast worden bij de afgifte van omgevingsvergunningen, maar vormt geen beoordelings- of toetsingskader bij de vraag of een vergunning al dan niet kan verleend worden;
In de wetgeving wordt immers een duidelijk juridisch onderscheid gemaakt tussen enerzijds voorwaarden, die wel dienen om een aanvraag vergunbaar te maken en anderzijds lasten, die dat oogmerk niet hebben;
De vraag of een ontwerp voor vergunning in aanmerking komt en bijvoorbeeld voldoende openbaar domein of andere infrastructuur voorziet in de vergunningverlening en de milieueffectbeoordeling (project-MER, ontheffing of project-mer-screening) van de vergunningsaanvraag, worden niet in deze verordening vastgelegd.
De getallen inzake de last in natura hebben een louter mathematische doelstelling van kostenafweging tussen natura en financiële last.
Deze verordening inzake lasten vormt geen kader om te bepalen of een vergunning verleend kan worden, wat de finaliteit is van voorwaarden, maar strekt ertoe om de financiering mogelijk te maken van de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van een vergunning op zich moet nemen.
Deze verordening heeft op zich geen significante effecten op beschermde soorten en habitattypes in habitat- en vogelrichtlijngebieden.
Een plan-mer-screening en een passende beoordeling zijn aldus niet vereist, omdat deze verordening zich louter beperkt tot het onderwerp “lasten”.
De reden waarom voor bepaalde opties gekozen wordt en de financiële impact, wordt uiteengezet in de rechterkolom van de verordening zelf.
Een stedenbouwkundige verordening treedt 10 dagen na de publicatie in werking, bij uittreksel, van de definitieve goedkeuring ervan in het Belgisch Staatsblad.
De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake lasten bij omgevingsvergunningen, zoals bijgevoegd, wordt principieel goedgekeurd.
De decretaal voorziene goedkeuringsprocedure wordt aangevat:
1° de organisatie van het openbaar onderzoek dat minstens dertig dagen loopt, overeenkomstig artikel 2.3.2 van de VCRO en het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2017 houdende regeling van het openbaar onderzoek over stedenbouwkundige verordeningen en bekend te maken:
2° het inwinnen van het advies van het Departement, van de deputatie en van de GECORO.