De notulen en het zittingsverslag van de voorgaande zitting van de gemeenteraad moeten goedgekeurd te worden.
De notulen zijn raadpleegbaar in bijlage.
Het zittingsverslag via deze link: https://raadpleeg-borsbeek.onlinesmartcities.be/zittingen/kalender;jsessionid=C6294E7381F48A9639285DC87EA7704A
Artikel 32 van het decreet lokaal bestuur waarin bepaald wordt dat de notulen en het zittingsverslag worden goedgekeurd op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad.
Regelgeving: bevoegdheid
De gemeenteraad keurt de notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad van 18 december 2023 goed.
Artikel 68 van de wet op de civiele veiligheid van 15 mei 2007 dat bepaalt dat de gemeentelijke bijdrage ingeschreven wordt in de gemeentelijke budgetten.
Het meerjarenbeleidsplan 2020-2025, goedgekeurd in de zoneraad van 28 juni 2019, is opnieuw het uitgangspunt voor opmaak Begroting 2024. In uitvoering van dit meerjarenbeleidsplan werden in 2021 een operationeel en een niet-operationeel personeelsplan goedgekeurd. Via aanwervingen en bevorderingen geven we uitvoering aan deze plannen. De medewerkers van Brandweer Zone Rand blijven de belangrijkste troeven voor het uitvoeren van alle taken die federaal en/of zonaal verwacht worden. Het is de grootste uitgavenpost voor de zone, die met de opeenvolgende indexeringen een sterke stijging heeft gekend in 2022 en de volgende jaren nog voelbaar zal blijven.
De economische situatie heeft zich enigszins hersteld. Ten opzichte van werkingsjaar 2022 zijn de sterke stijgingen van uitgaven voor gas, diesel en elektriciteit stilaan terug op een min of meer aanvaardbaar peil. De bijkomende uitgaven in het kader van de PFAS problematiek (bodemonderzoeken én schuimtransitie) blijven nog steeds wegen op de Begroting 2024 en verder.
Wat vandaag goed loopt, laten we in 2024 verder lopen, waar mogelijk op een nog efficiëntere en meer optimale manier. Een aantal reeds gestarte projecten zal men verder zetten en nieuwe acties worden opstarten. In de motivatienota worden per domein de hoofdlijnen en de motivatie van de bijbehorende budgetten beschreven. De zonale projecten zijn niet altijd toe te wijzen aan één dienst of directie, maar vragen opvolging en samenwerking op zonaal niveau.
De motivatienota bij de begroting 2024 van Hulpverleningszone Rand werd net zoals de bundel met de cijfers toegevoegd als bijlage bij dit besluit. De prioriteiten en de acties die hieruit volgen zijn in deze motivatienota verder toegelicht.
De gemeentelijke bijdrage voor 2024 is samengesteld uit een deel werkingstoelage en een deel investeringstoelage:
De gemeenteraad stelt de begroting 2024 van de Hulpverleningszone Rand vast. Voor 2024 wordt de werkingstoelage vastgesteld op 392.168 euro en de investeringstoelage op 117.048 euro.
Op de zitting van 19 december 2022 werd de aansluiting tot het Vastgoedinformatieplatform goedgekeurd.
Sinds 1 januari 2023 verlopen de aanvragen voor vastgoedinformatie voor notarissen al via het Vastgoedinformatieplatform.
Op 23 december 2023 werd het Decreet over het Vastgoedinformatieplatform goedgekeurd. Hierdoor zijn er een aantal wijzigingen die doorgevoerd zullen worden vanaf januari 2024.
Zo zullen vanaf januari 2024 alle aanvragen voor vastgoedinformatie via het platform verlopen, ook voor makelaars, burgers en andere overheden.
De gemeentelijke en platformretributie zullen vanaf januari 2024 ook online betaald worden.
Door de financiële toestand is de gemeente genoodzaakt om belastingen en retributies te heffen.
Aanvragers wensen informatie over onroerende goederen van verschillende overheidsinstanties, waaronder gemeenten, centraal en gebundeld te ontvangen.
De gemeente vindt het belangrijk dat potentiële kopers met kennis van zaken een beslissing kunnen nemen over een onroerend goed.
Gemeenten zijn op zoek naar mogelijkheden om informatie over onroerende goederen efficiënter en veiliger te delen.
Het Vastgoedinformatieplatform is een elektronisch informatiesysteem om vastgoedinformatie te ontsluiten, samen te voegen en ter beschikking te stellen en uit te wisselen tussen aanleverende entiteiten en aanvragers.
Het Vastgoedinformatieplatform wordt beheerd door het Vlaams Datanutsbedrijf (ook Athumi genoemd) zoals geregeld in het Decreet van 22 december 2023 over het Vastgoedinformatieplatform.
De gemeente kan via het Vastgoedinformatieplatform de door aanvragers aangevraagde vastgoedinformatie verzamelen in een product en dit product met vastgoedinformatie kan ontsluiten.
Het verzamelen en ontsluiten, via het Vastgoedinformatieplatform, van vastgoedinformatie en het samenvoegen van deze vastgoedinformatie in een product, op verzoek van aanvragers brengt voor de gemeente een administratieve last en bijhorende kost met zich mee.
De gemeente Borsbeek wenst de kost voor het ontsluiten, samenvoegen en ter beschikking stellen van vastgoedinformatie via producten op de aanvrager te verhalen.
Er wordt een gemeentelijke retributie aangerekend voor het opvragen van vastgoedinformatie via het vastgoedinformatieplatform ofwel VIP.
Naast de gemeentelijke retributie wordt er ook een platformvergoeding aangerekend zoals vastgesteld in het VIP-decreet. Enkel de gemeentelijke retributie zal geïnd worden door de gemeente.
De gemeenteraad keurt de ingebruikname van het Vastgoedinformatieplatform en vernieuwing van het retributiereglement vastgoedinformatie goed.
De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur.
Het reglement wordt afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 §1 en 287 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De raad van bestuur van Igean nam op 18 oktober 2023 het volgende besluit:
Sinds 2017 worden er voor nieuwe projecten steeds lastgevingsovereenkomsten en projectnota's opgemaakt door Igean. Voor de projecten opgestart voor 2017 werden deze overeenkomsten nog niet opgemaakt.
In zitting van het college van 18 december 2023 werd eenmalig akkoord gegaan met de doorrekening als terugbetaalbaar voorschot met terugwerkende kracht. Naar de toekomst toe moeten deze beslissingen op voorhand worden overlegd met het bestuur.
Wanneer IGEAN dienstverlening in opdracht van de gemeente de financiering van een project verzorgt en hiervoor een door de gemeente gewaarborgde lening aangaat bij een bank, wordt in de regel de intrest de eerste drie jaren van die lening gekapitaliseerd. Vanaf het vierde jaar tot de afrekening van het project werden de intresten door IGEAN voorgefinancierd.
De sterke en voortdurende stijging van de rentevoeten maakt dat de bedragen die door IGEAN voor alle gemeenten samen voorgefinancierd moeten worden vanaf 2023 tot een voor IGEAN dienstverlening, gezien haar beperkte kapitalisering, onrealistisch hoog niveau oplopen.
De niet-gekapitaliseerde intresten van projectgebonden leningen zullen bijgevolg retroactief vanaf begin 2023 moeten aangerekend worden aan de betrokken besturen.
Hierbij zal volgende werkwijze gehanteerd worden:
Er werden door Igean 4 leningen aangegaan waarvoor de gemeente Borsbeek borg staat. Van deze 4 leningen zijn 3 die betrekking hebben op de Robianostraat en werden opgenomen in een lastgevingsovereenkomst. De 4de lening heeft betrekking op het project 'Verkaveling L Hendrickxlei - Verlengde Schanslaan", hiervoor is er geen lastgevingsovereenkomst opgemaakt aangezien dit project dateert van voor 2017.
De totale rente voor 2023 bedraagt 23.793,82 euro en is als volgt samengesteld:
De gemeenteraad gaat akkoord dat Igean vanaf 2023 de niet-gekapitaliseerde rente van projecten waarvoor de gemeente borg staat doorrekent als terugbetaalbaar voorschot.
Het instrumentendecreet voorziet in de bundeling en afstemming van omgevingsinstrumenten met het oog op ruimtelijke realisaties op het terrein. Het gaat om een aantal realisatiegerichte en grondgebonden instrumenten uit verschillende regelgeving (VCRO, Decreet Landinrichting, Decreet Natuurbehoud, Omgevingsvergunningendecreet, …).
Het instrumentendecreet optimaliseert de lasten bij de omgevingsvergunning op volgende essentiële punten:
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), artikel 2.3.1 en 2.3.2, welke de rechtsgrond voor deze verordening biedt;
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, m.n. artikel 75 en 77;
Artikel 75, §3, 4°, zoals gewijzigd door het Instrumentendecreet van 26 mei 2023 bepaalt dat financiële lasten slechts kunnen opgelegd worden als dit geregeld wordt in een stedenbouwkundige verordening; dat deze regeling op 1 januari 2024 in werking treedt; dat het daarom aangewezen is dat de gemeente zo spoedig mogelijk over een definitief goedgekeurde stedenbouwkundige verordening beschikt;
Artikel 2.3.2, §2 van de VCRO dat de goedkeuringsprocedure voor gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen vastlegt; dat de relevante delen hiervan luiden:
Het college van burgemeester en schepenen is belast met het opmaken van gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen en neemt de nodige maatregelen tot opmaak.
Het college van burgemeester en schepenen legt het ontwerp van stedenbouwkundige verordening voor advies voor aan het departement, de deputatie en aan de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening. Het departement en de deputatie geven advies over de onverenigbaarheid, de strijdigheid of de niet-naleving, vermeld in paragraaf 2/1, derde lid, 1° tot en met 5°. De adviezen worden binnen dertig dagen na de ontvangst van het dossier naar het college van burgemeester en schepenen gestuurd. Als er geen advies is verleend binnen die termijn, mag aan de adviesvereisten worden voorbijgegaan.
Het college van burgemeester en schepenen onderwerpt het ontwerp van gemeentelijke stedenbouwkundige verordening aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek duurt dertig dagen en wordt minstens aangekondigd door een bericht in het Belgisch Staatsblad. De Vlaamse Regering stelt nadere regels voor het openbaar onderzoek vast.
De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening wordt samen met het besluit van de gemeenteraad en het volledige advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening binnen tien dagen na de definitieve vaststelling met een beveiligde zending bezorgd aan de deputatie en het departement.
Sommige gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen zijn onderworpen aan een plan-mer-screening.
Stedenbouwkundige verordeningen vormen in bepaalde gevallen geen kader voor de vergunningverlening; voorliggende verordening inzake lasten omvat geen randvoorwaarden voor de toekenning van vergunningen.
Deze verordening zal weliswaar toegepast worden bij de afgifte van omgevingsvergunningen, maar vormt geen beoordelings- of toetsingskader bij de vraag of een vergunning al dan niet kan verleend worden;
In de wetgeving wordt immers een duidelijk juridisch onderscheid gemaakt tussen enerzijds voorwaarden, die wel dienen om een aanvraag vergunbaar te maken en anderzijds lasten, die dat oogmerk niet hebben;
De vraag of een ontwerp voor vergunning in aanmerking komt en bijvoorbeeld voldoende openbaar domein of andere infrastructuur voorziet in de vergunningverlening en de milieueffectbeoordeling (project-MER, ontheffing of project-mer-screening) van de vergunningsaanvraag, worden niet in deze verordening vastgelegd.
De getallen inzake de last in natura hebben een louter mathematische doelstelling van kostenafweging tussen natura en financiële last.
Deze verordening inzake lasten vormt geen kader om te bepalen of een vergunning verleend kan worden, wat de finaliteit is van voorwaarden, maar strekt ertoe om de financiering mogelijk te maken van de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van een vergunning op zich moet nemen.
Deze verordening heeft op zich geen significante effecten op beschermde soorten en habitattypes in habitat- en vogelrichtlijngebieden.
Een plan-mer-screening en een passende beoordeling zijn aldus niet vereist, omdat deze verordening zich louter beperkt tot het onderwerp “lasten”.
De reden waarom voor bepaalde opties gekozen wordt en de financiële impact, wordt uiteengezet in de rechterkolom van de verordening zelf.
Een stedenbouwkundige verordening treedt 10 dagen na de publicatie in werking, bij uittreksel, van de definitieve goedkeuring ervan in het Belgisch Staatsblad.
De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake lasten bij omgevingsvergunningen, zoals bijgevoegd, wordt principieel goedgekeurd.
De decretaal voorziene goedkeuringsprocedure wordt aangevat:
1° de organisatie van het openbaar onderzoek dat minstens dertig dagen loopt, overeenkomstig artikel 2.3.2 van de VCRO en het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2017 houdende regeling van het openbaar onderzoek over stedenbouwkundige verordeningen en bekend te maken:
2° het inwinnen van het advies van het Departement, van de deputatie en van de GECORO.
Schepen Marian Lauwers licht toe dat het advies van de politie op de valreep bekomen is en dat er nog veel onbeantwoorde vragen zijn over de inrichting van de fietsstraat.
Er wordt voorgesteld dit agendapunt te verdagen en een participatiemoment met de bewoners in te plannen om zo de inrichting van de fietsstraat te finaliseren.
Met éénparigheid van stemmen wordt het voorstel tot verdaging van het agendapunt aanvaard.
De Vervoerregio Antwerpen werkt sinds 2019 aan de opmaak van een regionaal mobiliteitsplan: het Routeplan 2030. De vervoerregio Antwerpen omvat 32 gemeenten met als centrum de stad Antwerpen en zijn haven. Het mobiliteitsplan is dus sterk verweven met het Toekomstverbond en de Oosterweelwerken.
Het Routeplan 2030 is de voorbije jaren vormgegeven door een team specialisten in samenwerking met de gemeentebesturen en andere betrokken partners, via gebiedsgerichte werkbanken en klankbordgroepen. De Vervoerregioraad, het beslissingsorgaan van de Vervoerregio, bestaat uit politieke vertegenwoordigers van de gemeenten en vertegenwoordigers van partners zoals De Lijn, de NMBS, AWV, Lantis, de provincie en het departement MOW.
Het voorlopig ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan werd onderworpen aan een Strategische MER-procedure. Het Ontwerp plan-MER beschrijft de mogelijke milieueffecten van het voorlopig Ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan.
Van 31 oktober tot en met 29 december liep het Openbaar onderzoek voor voorlopig Ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan en het Ontwerp plan-MER voor de vervoerregio Antwerpen. Lokale besturen kunnen nog tot eind januari advies indienen.
et decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het decreet op de basisbereikbaarheid van 3 april 2019.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 november 2020 over de regionale mobiliteitsplannen met integratie van de milieueffectrapportage, ihb artikel 7 :
§ 5. Binnen negentig dagen na de dag waarop de gemeenteraden van de gemeenten, vermeld in artikel 5, § 2, 2°, en de actoren en de adviesinstanties, vermeld in artikel 5, § 2, 3°, en § 3, de documenten, vermeld in paragraaf 3, hebben ontvangen, brengen zij een schriftelijk advies uit over de documenten, vermeld in paragraaf 3. Als die termijn wordt overschreden, kan aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan.
Hieronder zijn de documenten opgelijst die op 27 september 2023 aan de Vervoerregioraad werden voorgelegd. Deze zijn terug te vinden op https://routeplan2030.be/documenten/ en vormen samen het voorlopig ontwerp regionaal mobiliteitsplan. Er is gekozen om de afzonderlijke documenten te behouden, zodat de delen die reeds gevalideerd zijn, niet opnieuw gevalideerd moeten worden. Het gaat om de volgende documenten:
In bijlage is het ontwerp van de s-MER terug te vinden. Deze strategische MER werd opgemaakt door Antea Group om de milieueffecten van het mobiliteitsplan in kaart te brengen, zoals opgelegd door de Vlaamse Regering in uitvoering van de Europese richtlijn. Voor het inschatten van de milieueffecten vertrekt het MER van doorrekeningen met het Regionaal Verkeersmodel Antwerpen.
De strategische MER legt - terecht- een grote nadruk op de modal shift. Zo geven zij aan dat het gewenste resultaat op lange termijn het verwezenlijken van een massale modal shift richting duurzame vervoersmodi en minder autogebruikers is, waardoor op lange termijn autocentrisch ruimtegebruik proportioneel kan teruggewonnen worden. Het voorzien van een hoogwaardige fietsinfrastructuur, een hoogwaardig openbaar vervoernetwerk en een verhoging van het spoorvolume in combinatie met informatiecampagnes en afstemming van de verschillende vervoerssystemen, zouden deze modal shift moeten bevorderen.
In de sMER wordt aangegeven dat ook flankerende maatregelen om mensen aan te zetten tot een duurzamer mobiliteitsgedrag zullen bijdragen aan de realisatie van de modal shift ambitie. In de modellering van toekomstscenario's wordt dit ingebracht door een extra kost voor autoverplaatsingen met herkomst- of bestemmingszone in een gebied dat min of meer wordt afgebakend door de R11 en de (toekomstige) A102. De bereikte modal shift en de verschuiving van verkeer naar het hoger wegennet in de modellering zorgt voor een reeks positieve effecten voor mens en natuur door een afname van het verkeer op het onderliggend wegennet.
Om het bereiken van de doelstellingen mee te bewaken, werden door het college volgende aandachtspunten/vragen als advies aan de vervoerregioraad bezorgd in aanloop naar de vervoerregioraad van 27 september 2023:
"Het is belangrijk om de manier waarop de extra kost voor autoverplaatsingen bereikt zal worden heel concreet op te nemen in het Routeplan 2030 en indien nodig, formele aanbevelingen te doen naar de Vlaamse overheid zodat deze kost ook gerealiseerd zal worden. De modal shift speelt een belangrijke rol in het behalen van de doelstellingen. Indien de aannames rond modal shift niet kloppen, dreigt men milderende maatregelen te missen en/of foutieve keuzes te maken. Wordt hier niet beter nu al op ingespeeld door te werken met varianten?
In het kader van het openbaar onderzoek, werd vanuit de Vervoerregio Antwerpen gevraagd om de adviesvraag ook voor te leggen aan de gemeenteraden. Om het eerder gegeven advies extra kracht bij te zetten, wil de gemeenteraad het advies van het college herhalen naar de Vervoerregio toe.
Ook het advies van de mobiliteitsraad in bijlage zal samen met het advies van de gemeenteraad bezorgd worden aan de Vervoerregio Antwerpen.
De gemeenteraad wil het volgende advies aan de vervoerregioraad bezorgen:
"Het is belangrijk om de manier waarop de extra kost voor autoverplaatsingen bereikt zal worden heel concreet op te nemen in het Routeplan 2030 en indien nodig, formele aanbevelingen te doen naar de Vlaamse overheid zodat deze kost ook gerealiseerd zal worden. De modal shift speelt een belangrijke rol in het behalen van de doelstellingen. Indien de aannames rond modal shift niet kloppen, dreigt men milderende maatregelen te missen en/of foutieve keuzes te maken.
In zitting van de gemeenteraad van 21 februari 2022 werd principieel goedkeuring gegeven aan een mogelijke vrijwillige samenvoeging van de stad Antwerpen met de gemeente Borsbeek.
In zitting van de gemeenteraad van 18 december 2023 werd het gezamenlijk voorstel tot samenvoeging van gemeente Borsbeek met stad Antwerpen goedgekeurd. De beoogde samenvoegingsdatum is 1 januari 2025.
Er werd in de gemeenteraad afgesproken dat er maandelijks een toelichting zou gegeven worden aan de raadsleden over de stand van zaken van deze fusie.
Aan de gemeenteraadsleden wordt een toelichting gegeven over de stand van zaken van de fusie tussen de stad Antwerpen en de gemeente Borsbeek.